l i
. W m
ft
NEDERLANDSCHE INS EKT EN,
B E S C H R E V E N en A F G E B E E L D ,
Z E S D E DEEL.
V E E R T I E N D E V E R H A N D E L I N G
OVER DE
N A C H T - Y L I N D E R S ,
van h e t TW E ED E G E Z IN d e r TW E ED E BENDE .
HET PAARDEBLOEM METERTJE.
P . V I . Tab. X I V .
5. i .
]N"iet alleen is , gelijk wij bij de uitgave der 8ste Plaat van dit
Deel aanmerkten, het getal kleine soorten van Span-Rupfen ( Geometrae)
zeer aanzienlijk, maar ook tusfchen sommigen heerscht eene aanmerkelijke
overeenkomst, doch te gelijker tijd ook meer dan voldoende
verfcheidenheid, om elke soort, als eene op zich zelve staande, te kun.
nen bepalen; zoo bij voorbeeld, gelijkt het op de genoemde Plaat
N af