m C H T-Y J JNTDERS e de G ezm ^TW EED EK EN D E. NEDERLANDSCHE INSEK.TEN,
BESCHREVEN e n AFGEBEELD
Z E S DE DEEL.
VIJFTIENDE VERHANDELING
OVER DE
K A . C H T - T L I N D . E R S ,
v a n h e t TWEEDE GEZIN tie r EERSTE BENDE.
DE GESTREEPTE VLINDER.
P . VI. Tab. XV.
H e t is reeds vele jaren geleden, dat wij in Gelderland onder aan oenen
boomstam eene on* onbekende Rups vonden zitten, dm spoedig in eene Fop
en Vlinder veranderde, welken wij toen zagen dat de Bombyx Gramrmca
was, afgebeeld bij R ösbz, vierde Deel, Tab. XXI. Wij wisten hierdoor wel
is waar! dat deze soort zich ook in ons Vaderland onthoud^ doph daarbij
bepaalde zich dan ook onze geheele bevinding, tot dat wij nu onlangsdoor
de vriendelijkheid van den Wel Edelen Gest.engen Heer Q. M. R. V*n-
Hbïli. te Rotterdam in staat gesteld zijn, de geheele huishouding van
dezen bij ons zeldzamen Vlinder, aan de Liefhebberen mede te deelenjte
„dijk zond Zijn Wel Ed. ons de teekening en gedane waarnemingen van
eenen anderen Vlinder, zijnde de ISombyx Austera, zullende wij deze
beide fraaije voorwerpen, met dankbaarheid aan den geëerden Zender,
O hier