ISTACHT-VLINDERS Twe e ie Ge zmEERS TE BENDE N E D E R L A N D S C H E I N S E K T E N,
B E S C H R E V E N ei A F G E B E E L D .
Z E S D E D E E L .
ZEVEN-EN-DERTIGSTE-VERHANDELING
OVER DE
n a c h t - v l i n d e r s ,
van liet t w e e d e g e z i n der e e r s t e b e n d e .
DE E I K HO O R N .
P . V I . Tab. X X X V I I .
S- «.
O fs c h o o n wij in het vierde Deel dezes Werks, op Tab. XXX en Tab. XXX
XX XI de Afbeelding hebben gegeven van den Eikhoorn-Vlinder QBomb. XXXI. *
F <*g0 en van de volwassene Rups, zoo is het ons aangenaam in staat
gesteld te zijn het daaraan ontbrekende bij deze aan de Liefhebbers te
kunnen mededeelen, onder vriendelijke dankzegging aan den geëerden
zender, den Wel Edelen Heer a. j. van eyndhoven te Amsterdam,
die de goedheid had ons de teekeningen door zijn Wel Ed. zelven vervaardigd
en de daarbij gevoegde waarnemingen ter hand te stellen, waaruit
wij het hoofdzakelijke hier zullen laten volgen.
Het buitenleven, zegt de Wel Edele Heer van e yn dh o v en , heeft
voor den beminnaar der Entomologie eene dubbele waarde, in het
bijzonder daar, waar de Natuur door rijkdom en verscheidenheid van
gewassen de gelegenheid aanbiedt tot verblijf van velerhande Insekten.
Het schoone Gelderland, de omtrek der stad Zutphen vooral, munt
hierin uit, sedert dat ik mijn verblijf gedurende een groot gedeelte des
jaars binnen dien omtrek en wel te Empe* mogt vestigen, zijn mij de
p in2f^ens u*c zulfce vereeniging van omstandigheden voor den
Liefhebber dezer uitstekende wetenschap ontspruiten, reeds vele malen
ten deel gevallen, en heb ik daar vele soorten van Insekten aangetroffen,
die in Holland niet o f zeer zelden voorkomen, waarvan verscheidene
hoop ik zullen kunnen dienen tot nieuwe bijdragen in dit Werk. Onder
dezen'trof ik ten jare 1836 ook de zeldzame Rups der Bornb• Fagi aan,
die met tot verandering geraakte, waarvan ik de oorzaak meende te
p s
ü
q m
mPi
v>m
m
ga
iü
H
m
i § .fS g
vin