m .C H T -~ V r iTNHKT? S aa^zVFweede Ge zm ^ e rE E R S T j j_ B l^ N I ) K
S q - ? -
#-?■
g Q r . j o m - .
™9 -*-
£f2g
Z E S DE DEEL.
NEGENTIENDE VERHANDELING
OYEÄ DE
h c ï ï t - t i i o e r s ,
van h e t TWEEDE GEZIN d e r TWEEDE b e n d e .
DE GOUDEN-REGENMETER.
P. n . Tab. XIX.
D e afbeelding en beschrijving van het op onze XIX Plaat voorgestelde
fraaije Vlindertje, zijn wij aan onze vrienden de Wel Edele Heeren
V e e - H ü e i l en d ’A i l l y verschuldigd. Een paar jaren geleden, zich in
de maand Julij met elkander in de nabijheid van Doesburg met het opsporen
van Insekten bezig houdende, ontdekten HEd. eenige Spanrupsen
op de aldaar in menigte groeijende Genista Scoparia, die alle volwassen
schenen, doch ook alle waren zij helaas met Wespen-eijeren bezet,
hetgeen echter den Wel Edelen Gestrengen Heer V k k - H u e l i , niet verhinderde
er naauwkeurige afbeeldingen van te maken, en de Rups in drie Tab. XIX.
verschillende gedaanten af te teekenen, zoo als op Tab. XIX. Fig. I, 2 en 8. Fig. 1,2,3.
voorstellen. Daar intusschen de Rupsen, door deze Liefhebbers voor die der
S Ge