hier op elkander lalen volgen, en de Beschrijvingen mededeelen zoo aïs
wij die van Zijn Wel Ed. ontvangen hebben, daar ons van beide deze soor»
ten niets dan het weinige bovengemelde bekend was.
S 2.
De Vlinder, dien ik het genoegen heb UEd. hiernevens te zenden, behoort
niet onder de alledaagsch voorkomende, het is mij slechts eenmaal te
beurt mogen vallen denzelven te vangen, en het verheugde mij dierhalve bijzonder,
toen ik van mijn* Broeder uit D o e s b u r g , in het laatst der maand
Mei, drie dezer Rupsen ontving, met berigt dat dezelve gevonden waren,
nabij het dorp Drem.pt in G e l d e r l a n d , op de gewone Brem, Genista
Scoparia, echter had mijn Broeder dezelve eenige dagen gevoed met
Beukenbladeren.
Wat de naam van ons aardig Vlindertje betreft, ik heb gemeend hetzelve
de Gestreepte Vlinder te mogen noemen, zijnde de Latijnsche naam
Bombyx Grammica,
l 3.
Bij het ontvangen der Rupsen, deed ik dadelijk een takje Brem en een
( takje Beukenbladeren in de Suikerflesch, daar ik de Rupsen in plaatste,
doch zij lieten die beiden onaangeroerd, toen ik bedacht wierd hen eenig
gewoon gras voor te leggen, waaraan zij dadelijk gretig begonnen te vreten
, en daarmede heb ik dezelve verder opgevoed.
Den 4de“ Junij zette zich eene mijner Rupsen om van huid te verwisselen,
waarbij ik opmerkte dat zij nu en dan van plaats veranderde, eene
eigenschap die ik bij geen ander Rupsensoort gevonden heb. Den
7den daaraanvolgende was zij verveld; de kop was in den beginne eerst
licht geel, doch wierd spoedig bruin, de huid was met vocht, als waren
het kleine pareltjes bezet, verder waren de sieraden even zoo gebleven als
voor de vervelling. De andere Rupsen vervelden eenige dagen later.
Op Tab. XV, Fig. 1, wordt de Rups volwassen voorgesteld , terwijl Tab. XV.
Fig. 2 aanduidt, hóe zij zich in een krimpt bij de minste stoornis. Haar Fig. 1,2.
gevoel is bijzonder teeder, bij de minste aanraking laten zij zich dadelijk
afvallen, en blijven eenigen tijd te zamen gerold liggen, redenen waarom
het zeer moeilijk is deze soort magtig te worden, men dient daarin met
de grootste omzigtigheid te werk te gaan, of men loopt gevaar, at zy
in het gras vallende zich.daaronder en onder andere planten verliest.
Den 23sten Junij begon de eerste mijner Rupsen onrustig heen en weer
te kruipen, en vervaardigde zich eindelijk een luchtig weefsel, op de
oppervlakte der aarde, waarin zij eenige dorre bladen en de haren van
de huid mengde, en veranderde den 27'*» in een zoodanig Popje, als
Fig. 3 aantoont. Dit Popje is naar gelang van het voorste gedeelte, van Fig. .
achteren veel dikker en bewegingloos.
De eerste Vlinder kwam den 24»i« Julij te voorschijn, bij Fig. 4 , in Fig. 4.
eene rustende houding afgebeeld; dezelve was van het vrouwelijke geslacht,
dragende de vlerken niet zoo geheel om het lijf geslagen, als
p;„. 5 , welke daarentegen een’ mannelijken Vlinder voorstelt; zoodra de Fig. 5.
vlerken volwassen zijn laten zij. een bruin zuiveringsvocht vallen. Fig, 6 Fig. 6.
stelt mede een’ mannelijken Vlinder voor, kennelijk aan de gevederde
sprieten en donkerder strepen op de boven vlerken, in eene vliegende
houding, waardoor de fraaije oranje met zwart omzoomde ondervleugels
zigtbaar worden.