SS 5.
In de helft van de maand Junij komt de zonderlinge Vlinder te
Fig. 6 , 7. voorschijn. In eene rustende houding stelt Fig. 6 een’ mannelijken, en
Fig. 7 een’ vrouwelijken Vlinder vliegende voor; de geslachten zijn
alleen aan de meer of mindere dikte van het achterlijf te onderkennen;
ook zijn de mannelijke Vlinders doorgaans kleiner. De vlugt van
deze Vlindersoort is snel, even als die der Pijlstaarten, welke men
gemeenlijk Onrusten noemt; als hij wil gaan zitten, beweegt hij zijne
dporzigtige vlerken snellijk en blijft een poosje op dezelfde hoogte
vliegende, het plekje als het ware beschouwende, waar zijne rustplaats
zijn zal.
$ 6.
Hoe veelmalen zich onze Vlinder ’s jaars vertoont, is ons onbekend
; dan daar alle Rupsen, welke binnen in boomstammen leven,
langzaam groeijen, zal ook deze soort waarschijnlijk slechts éénmaal
in het jaar verschijnen.
NEDERLANDSCHE INSEKTEN,
B E S C H R E V E N er A F G E B E E L D .
Z E S D E DE E L .
a m n m M m m m m m m
TWEEDE VERHANDELING.
OVER DE
N A G H T-V L I JDERS ,
van h e t t w e e d e g e z i n d e r e e r s t e b e n d e .
DE BONTE BRANDNETEL-BLADROLDER.
P . K I . Tab. I I .
5 1 .
B eh a lv e aan verscheidene andere Rupsen-soorten, verstrekken de
bladen der gewone groote Brandnetel (Urtica Dioica) bepaaldelijk
tot voedsel aan die van twee soorten Pyralides } van welke wij eene
op de 248te plaat des vorigen Deels hebben afgebeeld, terwijl de andere,
de Pyralis Urticalisy aan de tegenwoordige Verhandeling ten on-
B der