nachtvlinders. De uitgeschnlpte bruine franjes zijn aan den binnenrand wit
gegolfd.
De ondervleugels zijn geelachtig grijs, met twee flaauwe bruinachtige
banden; aan den beneden binnenhoek is een klein, in tweeën verdeeld wit
vlekje; de franjes zijn okergeel, door eene fijne streep doorsneden.
TreiiscJihe erlangde uit rupsen, in Junij gevonden, in Augustus vlinders,
en vond rupsen in September, die als pop overwinterden , zoodat er, ten
minste in andere landen, twee broedsels van deze vlindersoort bestaan.
VER-HUELL.
Wij laten hierbij de meening van Guenée omtrent het voorkomen van
eene of twee generatiën jaarlijks volgen , duidelijkheidshalve met zijne eigene
woorden, daar zij wel eenigzins dubbelzinnig zijn. Hij zegt in het vroeger
aangehaalde werk :
// Les auteurs varient sur l’époque d’éclosion. Cela vient de ce qu’on
trouve des chenilles depuis Juillet jusqu’en Septembre. Les dernières vivant
sur les Silene, puis sur la Saponaire , on peut donc supposer que celles-ci
proviennent d’individus éclos dans la même année, mais ce n’est en tous
cas qu’une exception, et la Capsi/ncola, comme ses congénères, passe l’hiver
à l’état de chrysalide et éclot en Juin.
Deze vlindersoort schijnt door geheel gematigd Europa voor te komen.
S. v. V.
VERKLARING VAN PLAAT 26.
Fig. 1. en 2. Twee volwassen rupsen.
» 3 . Het spinsel.
» 4 . De pop.
> 5 . Haar staarteinde, vergroot.
» 6 . De mannelijke vlinder (rustend).
» 7. De vrouwelyke vlinder (vliegende),