ACHTSTE DEEL N°. 33
H EPIALUS SY LV IN Ü S, L.
Vergelijk voor het volkomen Insect:
Ochsenheimer, Sclmett. von Europa III. bl. 109.
Esper, Eur. Schmett. Th. IV. Tab. LXXXII. Noct. 3. f. 2—4
Hübneb, Samml. Eur. Schmett. Bomb. Tab; 48. f. 205, 206.
Wood, Ind. Ent. Phalaena pl. 5. f. 6. et
Cürtis, Brit. Ent. IV. pl. 185.
Voor de Bups:
Assmuss, Wiener Ent. Monatschr. 1857. bl. 137.
Snellen, Tijdschr. v. Ent. Ie. Deel, bl. 102.
Beeds in het eerste deel van het Tijdschrift voor Entomologie, bl. 98 werd
door mij. vermeld, dat de verborgen levende en zoolang onbekend gebleven
rups van Hepialus Sylvinus nagenoeg gelijktijdig door de Heeren S n e l l e n te Botterdam en A ssm u ss te Leipzig ontdekt was. Toen reeds had ik de
keurige teekening van den Heer Schout bij nacht V e r H u e l l ontvangen,
waarnaar onze 33e plaat vervaardigd is. Sedert heeft de Heer P. C. T.
S n e l l e n , die in ons vaderland de rups ontdekt had, zijne waarnemingen
omtrent hare gedaante en levenswijze in ons Entomologisch Tijdschrift medegedeeld,
gelijk hier boven aangehaald staat. Wij meenen niet beter te kunnen
doerf, dan zijne mededeeling hier woordelijk over te nemen.
33