De vrouwelijke vlinder is in eene rustende houding bij Erg. 6 afgebeeld
en vliegende bij Eig. 7. Om de teekening der vlekken en streepjes op de
vleugels beter te kunnen onderscheiden, is hij bij Eig. 8 vergroot voorgesteld.
De mannelijke vlinder bij Eig. 9 is kleiner dan het wijfje, ook is er
eeriig onderscheid in de teekening der sieraden op de vleugels. Een en
ander heelt welligt hübner aanleiding gegeven hem den naam van T. Ace-
rana toe te kennen.
Ver Huell.
N A S C H R I E T .
Als voedsel der rups noemt Treitschke op de aangehaalde plaats: berken
, linden, hazelaren, abeelen, beuken, meidoorn , aalbessen en rozen.
Voorts zegt hij dat de rupsjes, als zij nog zeer jong zijn, gezamenlijk bijeenwonen
in een spinsel, waarin vele bladeren gesponnen zijn, en dat de kop
der rups na hare laatste vervelling dikwijls donker honig-bruin, of lichtbruin
is.
Eischer van roeslerstamm heeft op zijne plaat twee zeer licht getee-
kende en twee zeer donker gekleurde voorwerpen afgebeeld. Zijn tekst daarbij
behandelt voornamelijk de synonymie, en geeft eene kritiek van hübner’s
tekst. Hij was toen voornemens ook van de rups later eene afbeelding te
geven, dan dit plan schijnt door het staken der uitgave bij de honderdste
plaat verijdeld.
Laevigana schijnt door geheel Europa voor te komen; wij vinden haar
ook bij Stephens, Wood en Curtis als in Engeland gemeen vermeld.
S. v. V.
VERKLARING VAN PLAAT 11.
Eig. 1. De volwassen rups.
» 2. De kop en drie voorste geledingen, vergroot.
" 3. De pop.
» 4 . De pop, 'vergroot.
* - 5. Het staarteinde der pop, vergroot.
,» 6 . De vrouwelijke vlinder, rustende.
* 7. Dezelfde in dé vlagt.
» 8 . Dezelfde, vergroot.
» 9. De mannelijke vlinder, vliegende.