En hiermede besluiten wij deze eerste Serie uit 400 platen bestaande
en reeds van de tijden des overgrootvaders van den tegenwoordigen
uitgever dagteekenend. Heeft dit werk den gewonen afwisselenden gang
van het ondermaansche ondervonden zonder evenwel door rampspoedige
tijden geheel te kunnen worden onderdrukt, zag het zich bij zijn verschijnen
bewonderd en geprezen, zag het zich later door de volksgunst
verlaten, slechts door een klein hoopje getrouwen omgeven, mogt het
later wederom met vernieuwde krachten toegerust worden, wij hopen
dat het in de volgende Serie een’ meer gelijkmatigen tred zal houden
en ons voornamelijk in de Microlepidoptera vele nog ongekende levensbeschrijvingen
zal mogen aanbieden.
L e i jd e n 27 Ma a r t 1860.
S. y . Y.