ACHTSTE DEEL I I 35
P O L Y O M M A T U S P H L A E A S , L.
Vergelijk voor deze Vlindersoort.
Ochsenheimer, Schmett. von Europa I. 2. bl. 87.
T reitschke, hetzelfde tverh X. 1. bl. 27.
H übner, Samml. Eur. Schmett. Pap. Tab. 72. f. 362, 363. Tab. 147 Fig.
736 en 737.
H übner. Geschichte Eur. Schmett. I. Pap. Genus A b. c. Fig. 1. a. b. c.
E sper, Eur. Schmett. Th. I. Tab. XXII. f. 1. bl. 287, Tab. LXII. Cont.
Xn. Fig. 5. bl. 72.
Alhoewel men dezen fraaijen vlinder voornamelijk in heiachtige en zandige
streken van ons vaderland algemeen ziet rondvliegen, zoo wordt
toch de rups, waaruit hij voortkomt, zeer zelden aangetroffen. Het
was derhalven in het belang der wetenschap en ter uitbreiding van de
kennis onzer insecten zeer belangrijk, dat mij den 16üca Junij uit Apeldoorn
een rupsje, door den Heer P. C. T. S n e l l e n op eene wilde zuring-
soort {Bumex acetosella) aldaar gevonden, werd toegezonden; mij kwam het
voor hoogst waarschijnlijk van Polyommatns Phlaeas te zijn, op grond daarvan,
dat O c h s e n h e im e r zegt: dat de rups op zuring leeft en helder groen van
kleur moet zijn, met eene gele ruggestreep. De kleur en vooral het voedsel
kwamen nagenoeg met deze opgave overeen, want ook het aan mij toegezonden
rupsje had die kleur en was op hetzelfde gewas gevogden.
Jaren geleden vond ik eene dergelijke rups op eene andere zuringsoort
bij Botterdam, die wel verpopte, maar door een roofinsect gestoken van
35