9
ACHTSTE DEEL Ki°. 2.
T R IPH A E N A E IM B E IA , L.
Vergelijk voor het volmaakte Insect:
H übner, Samrnl. Eur. Schm. Noct., fig. 102, 551 en 552.
P anzer, Fauna Germ., XII, 17, 18.
W ood, Index Ent., PI. 8. No. 114.
Ook voor Rups en Pop:
E spee, Eur. Schm., Th. IV, bl. 144. PI. 103.
H übneb, Larv. Lep. IV, Noct. 11, Gen. G. h. Pig. 1, a.
Teeitschke, Schm. v. Eur., V. 1. bl. 266.
F b e ije b , Neuere Beitr., B. Hl. p. 161. No. 656, Tab. 381.
B E S C H R I J V I N G .
Het ei schijnt nog onbekend te zijn , even zoo de zeer jonge rups. De
rups na hare voorlaatste vervelling is door breder afgebeeld; zij onderscheidt
zich van de volgroeide voornamelijk door het gemis van de afstee-
kende witte en zwarte hoornranden aan de lucïitgaten. De volwassen rups
heeft eene lengte van bijna 24 streep; zij is dik en vrij gelijkelijk rond ;
de eerste drie geledingen .en de kop zijn smaller dan het overige ligchaam.
VIII. 2