sprieten zijn ook iets dikker bij het mannelijk geslacht. Overigens varieert
dit dier weinig; het bij fig. (> afgebeelde mannetje is ongewoon donker van tint, ook op de achtervleugels.
De meeste voorwerpen zijn zoo licht of nog lichter als fig. 7. Enkelen
hebben eene rij zwarte punten dwars over de voorvleugels en fijnere voor
de franjes. De laatsten vertoonen zich dikwijls slechts ten deele.
Iets wat leucania straminea bijzonder kenschetst, is de dwarsstreep over
den halskraag, uit 2 fijne loodkleurige en 2 fijne geelachtig witte streepjes
bestaande. Op de afbeelding van H e r r ic h -Sch&f f e r is dit kenteeken vergeten,
ten minste in het exemplaar van zijn werk dat ik vergeleken heb; ook is daar de vleugelspits te rond.
Bij H übner schijnt Straminea niet afgebeeld te zijn. Zijne Leucania Lctypa, fig. 231, wordt door HERRicH-ScHaFFER bij Straminea aangehaald,
doch Guenéë vereenigt zich niet met die determinatie. Ik heb geene gelegenheid
gehad die afbeelding te vergelijken. Leucania straminea leeft eenzaam, en komt, zoo ver ik heb kunnen nagaan,
in ons vaderland vrij zeldzaam voor. Eene tweede generatie is mij niet bekend.
P. C. T.- SNELLEN.
De fig. 231 op Plaat 48 der Noctuae in het werk van H übner heeft
een veel te ronden vleugel vorm om Leucania straminea te kunnen voorstellen;
ook zijn de voorvleugels bij mijn exemplaar zoo hoog rood gekleurd,
als nimmer eene Straminea geweest is; eindelijk is van de karakteristieke
paarse streep op den hals bij H übner’s Ectypa niets te zien.
S. v. Y.
VERKLARING VAN PLAAT 43.
Fig. 1. De volwassen raps.
„ 2 . Hare vierde geleding, vergroot.
„ 3 . De pop, half in het riet verborgen.
» 4. Haar staarteinde, vergroot.
„ 5 . Een mannelijke vlinder, rustende.
„ 6. Een mannelijke vlinder, vliegende. n 7 . Een vronw elijke vlinder, vliegende.
P. H f l
S.v.V. a i viv del. LEUCANIA STRAMINEA, Tr.