mede men de flesch gewoonlijk bedekt, waarin zij bewaard worden, en ont-
vlugten, hetgeen Zij des te gereeder doen, wanneer het haar aan holle rietstengels
en versch voedsel ontbreekt, waarvan zij dikwijls voorzien moeten
worden; ook moet men hen des avonds met water besprenkelen, dat zii
gretig opslurpen. J
Omtrent half September sluiten zij zich in de rietstengels voor lanceren
tijd op, door middel van een met afknaagsel vermengd spinsel (Fig. 2) en
wanneer juist geene knoop in den stengel het sluiten van onder overbodig
maakt, vervaardigen zij, zoo van boven als van onder een deksel, zooda°
hun verblijf steeds volkomen gesloten is. Hierin brengt de rups den ge-
heelen winter door en verpopt niet dan omtrent gende saisoen. half April van het vol-
i D® ,P?P ü 1 voorgesteld, is gestrekt, roodbrnin van kleur. Het staartemde, bij lig . 4 vergroot van onderen gezien voorgesteld, loopt bolrond
uit, en is van twee stompe en twee kleine scherpe spitsen voorzien waarop eene langwerpige ronde verhevenheid volgt.
Na verloop van vier of vijf weken volgende op de verpopping, tegen het
einde van de maand Mei verscheen de vlinder. Fig. 5 stelt een vliegend
mannetje en Fig. 6 een rustend wijQe voor. De kop, schouderdeksels en het
borststuk zijn bruinaclitig oker-geel. Het achterlijf is geelachtig grijs. De
kleur der bovenvleugels is als die van de borst; over het midden loopt de
licht grijsachtige>ofdader, zich straalvormig verdeelende, naar den buitenrand;
op iedere ader staat een zwart puntje, welke stippeltjes eenen boog-
vormigen band vormen. Aan den onderrand staan vier zwarte en daar
boven nog een dergelijk puntje; op het midden van den vleugel is tusschen de
aderen de kleur grijs. De buitenrand is gestippeld; de franjes zijn bruin.
dDoen koenrddeerr;v ledueg efrlsa nzjeijsn allidcahatr gwriitj.s, langs den buitenrand tot op de helft
De kleur der boven vleugels van den rustenden vrouwelijken vlinder bij Fig. 6,
ilisj kemne evrl ingdeeerl.achtig en niet zoo sterk geteekend, als die van den manne-
Het voorkomen eener tweede generatie is bewezen. Hare rupsen vindt
mJuenli j-uvoitl.w. assen in Junij en hare vlinders komen in de tweede helft van
VEB HUELL.
VERKLARING VAN PLAAT 36.
F ig . 1. De rups volwassen.
» 2 . De pop in den rietstengel.
* 3 . De pop daaruit genomen.
* 4 . Het staartemde van de pop.
» 5. Een mannelijke vliegende vlinder.
" 6. Een vrouwelijke rustende vlinder.