69. O v ale p rijsp e n n in g vo or de o p en b are sch o o l
te U d enh out. 1815.
Z. volgens S noeck , Bijdragen tot de Penningkunde van Noord-
Brabant (Juni 1833), blz. 11 n°. 239 bestaan deze ook van 1816
en 1824. Prov. Dagblad v. Noord-Brab. 1815 n°. 9.
70. 1815—1816.
B e lo o n in g s p e n n in g e n m e t ’s R ijks w apen.
Voorzijde: Het Nederlandsche wapen, gekroond en vastgehou-
den door twee leeuwen, die staan op een lint, waarop men
leGsti JE MAINTIENDRAI.
Daaronder: G. V.(an) GEMERT F.(ecit).
Keerzijde: Krans uit twee olijftakken. Veld ledig.
Gr. 28.
71. Als boven. Wapen kleiner en het lofwerk en lint
onder het wapen anders.
Keerzijde: Geheel vlak. Gr. 29. Met. oog. Draagp.
+ 7 2 ‘ Als boven. Lint anders, van B eugen. F .(ecit).
Keerzijde: Eikenloof en olijftak verbonden.
Gr. 25.
73. Als boven. Lint kronkelend. L. J e h o tte . F .(e c it).
Keerzijde: Eikenloof en olijftak.
Gr. 25.