Lierzang van de Amsterdamsche Schutterij bij derzelver terug-
komst van de Belegering van Naarden, door M. W esterman.
Amst. 1814, 8 bl. Vad. Lett. 1814, bl. 589—590.
De eerepenning werd in Mei 1816 geschonken door de Hoofd-
commissie tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende
dienst in de Nederlanden.
25“. 1814. Dezelfde kleiner. Gr. 15.
H et o p sc h r if t: „HULDE—VAN DE | HOOFD | COMMISSIE
TE | AMSTERDAM“ vu lt h e t ge h e e le vlak.
(Esdre n°. 20 3). ’).
25b. Nog kleiner, Gr. 10 (Esdre n°. 204).
25°. In Köper voor de remplacanten (Esdre n°. 205). Zeldzamer.
Bij J. H. van Geuns, Cat. Delft 1863, n°. 143 als uitgereikt
den 18 November 1816.
') In De Navorscher 1887, blz. 367 deelt T. R. mede: De Amsterdamsche
„Nat. Gardes bezetten als Schutterij Weesp en Muiden en namen deel aan
„het beleg van Naarden, namelijk het 1“ Bat. onder den Lt. Kol. J. H. Tal-
„ b o t, het 2® onder den Lt. Kol. A. J. S c h u y t v a n C a s tr ic d m , tevens Com-
„mandant van Weesp, het 3® onder den Lt. Kol. G. L. L e p e l t a k , het4®on-
„der den Lt. Kol. H. v a n C a s tr o p en het 5® onder den L. Kol. H. J. N u b o e h .
„Het 5® bat. behoorde tot den rechtervleugel, onder den Kolonei v a n d e n
„ B o r c h , heer van ’s Gravenland, het 2® en 4® tot het centrum onder Kolo-
„nel A. . R i t t n e r , het 1® 3® tot den linkervleugel onder majoor K am p s, het
„geheele belegeringskorps onder den generaal K r a ij e n h o f f . Naarden werd
„roemrijk verdedigd door den generaal Q u e ta r d d e l a P o r t e en tot de be-
„zetting behoorde o. a. een bataljon (Dep. Zuiderzee) Nat, Garde onder
„den Kol. C. L. v o n P f a f f e n b o t h , dat 3 Maart 1814 vergunning kreeg zieh
„naar Amsterdam te begeven. De overgave had 12 Mei 1814 plaats.