XIX. G. A. C. W. Marquis de T h o u a r s, Welkomstgroet aan
de Utrechtsche Studenten op den 21 September 1831. Utrecht,
7 blz. 8°.
XX. G. S tar Nüman, Aanspraken namens de Compagnie Vrij-
willige Jagers der Utrechtsche Hoogeschool in de Groote Aeade-
mische Gehoorzaal den 5 November 1830 en 11 November 1833
gehouden. Utrecht 1833, 30 blz. 8°.
XXI. Utrechtsche couranten 1831, n°. 113—115^116 en 126.
XXTT. A dam S imons , V e rw e lk o m in g , b ij d e n p le g tig e n a a n v a n g
der Akademische lessen, na de wederkomst der leerlingen van
de Utrechtsche Hoogeschool, uit het leger. Uitgesproken den 10
October 1831. Utrecht 1831, 26 blz. 8°. in twee zangen met
voorafspraak. (Vriend des Vad. VI, blz. 179.)
XXIII. J. B. Christemeyer , Welkomstgroet aan bij hunne
zegevierende terugkomst binnen Utrecht uit den Veldtogt in Belgi^
op den 21 Sept. 1831. Utrecht 1831, 4 blz.
XXIV. Coupletten, gezongen bij het feest, gegeven aan de
Komp. Vrijwillige Jagers Utrechtsche Studenten bij derzelver terugkomst
op den 22 Sept. 1831.
XXV. J. J. Verhoeff , Hulde aan de vrijwillige jagers studenten
der Utrechtsche hoogeschool bij hunne heugelijke terugkomst.
Utrecht 1831.
XXVI. H. J. R oyaards, Akademische ,Dankrede, 16 October
1831. Utrecht, 1 Nov. 1831, 42 blz. 8°. Tekst Psalm XXIII:
1—6 (Zie Vriend des Vaderlands 1832,. VI, blz. 180).
450. 1831.
Als bo v e n aa n de Gr o n in g e r en
F ra n e k e r ui tg e tr o k k e n s tu d e n te n door de Curatoren
van de Gr o n i n g e r Ak a d emi e ge s ch on ken .
Voorzijde: De rüstende maar waakzame Nederlandsche leemv.