ME DOGTARVM PRAEMIA FRONTIVM DIS MISGENT SVPERIS
(De b e lo o n in g e n d er g e le e rd e m ann en p la a ts e n mij
o n d er de Goden) en met de wapens der stad en Academie
van Utrecht voorzien, enz. (blz. 31).
524. 1836.
E e re p e n n in g van de sta d L e eu w ard en .
Voortdjde: Afbeelding van den voorgevel van het Stadhuis') van
Leeuwarden.
Onder den sokel van het voorplein den naam van den graveur
KEiKES, die schuins daar tegenover woonde.
Reerzijde: DE RAAD DER STAD LEEUWARDEN,
UIT
ERKENTEN1S
AAN
v. D. Chys II, blz. 531—532.
In goud, zilver en brons, gr. 30.
Zie W. E e k h o f f , Oorsprong der toekenning van den Eerepenning
van den Raad der stad Leeuwarden. In 1863 geschreven, toen
aan hem, wegens zijne 25jarige ambtsvervulling als Gemeente-
archivaris (12 Maart 1863) deze penning werd toegekend, 8 blz.
en een Lijst van de personen, aan welke sedert 1836® 1862 de
penning in zilver of brons is toegekend. In de Revue de la
Numismatique Belge (1865, p. 156) wordt abusievelijk alsschrij-
ver Mr. J. Dirks opgegeven [door R. C h .( a lo n ) ] en leze men
p. 157 20 voor 15 en 18 voor 13.
*) Stadhuis, waarom niet eigenaardiger: Stadshuis?