gehouwen. De vliegende faam stelt haar een geschrift van den
overleden botanlcus ter hand.
In de afsnede: NATVS XVI FEBRVARII MDCCXXVII.
OBIIT XXVI OCTOBR. MDCCCXVIL
G eb oren 16 Feb. 1727. O v erled en 26 O ct. 1817.
Omschrift: AMORE FLORVM TANTVS.
Z ulk een (b ero em d man) do or zijne lie fd e
v o o r blo em en .
Zie K luyskens II, p . 64—65.
~t 124. 1817. 2 Nov. (31 October).
D erd e E e u w fe e st d e r H erv o rm in g .
Voorzijde: Een altaar, bestraald door het alziend oog, waarop een
vuurhaard met twee aaneen gesmeedde, brandende harten. Op
het middelstuk daarvan zijn drie in elkander gestrengelde slangen-
cirkels afgebeeld en op het voetstuk het teeken des Christendoms.
Rechts van het altaar is een obelisk, prijkende met de beel-
tenis van L uther. Op den top er van is een zwaan (zijn zinnebeeid)
gezeten.
Links daarvan is een obelisk met de beeltenis van Melanchton.
Op den top. er van staat een hart als zinnebeeid van zijn vroom
en liefderijk gemoed.
In de afsnede: GEV.(ierd ) D .(e n ) 2 NO V, (em b er) 1817.
Op den sokel er van links: A. B .(emme F .(ec it ).
Rechts voor zoo verre leesbaar: A. B .(emne) SC .(u l psit ) l).
Keerzijde: TER
GEDACHTENIS
DERDVEA ENE 'HUWETF EEST
DER
HERVORMING.
1 Zie Vervolg vak L oon VI, blz. 68 (2), de tweede A. B emme is A driaanzooh.