gekroonden, hermelijnen vorstenmaritel, waarop de wapens van
Nederland en Pruissen zijn geborduurd. Rechts daaronder:
S .(imon).
G r. 38. G u io t h , Revue 1848, p . 109 n °. 125. Revue 1850,
p . 158 n °. 25. In b ro n s .
258.
Voorzijde: Borstbeeld van de prinses, links gewend.
Omschrift: LOUISE AUGUSTE—WILHELMINE.
Daaronder: 9 s im o n f .(e c it ) .
Keerzijde: Als voren, doch slechts de nevens elkander geplaatste
door een kroon gedekte wapens.
Bij Gu io t h , Revue 1850, p. 154 n“. 7, misplaatst op het
jaar 1816. Groot 33. Br.
1. J. B. G. C am b erlijn , Amatissimis Principibus F re d e ric o &
L u d o v icae Epithalamium (met Nederlandsche vertaling). Huwelijks-
gedicht, opgedragen aan onze geliefde vorst F re d e rik der Neder-
landen en L ouisa van Pruissen door J. H aefk en s (Gandae). 18254°.
2. J. K in k e r , Huwelijksgroet aan Z. K. H. Prins W illem F r ederik
K arel der Nederlanden en H. K. H. Prinsesse L ouisa
A ugusta W ilhELmina A melia van Pruisen z. p. 1825. 8°.
3. Zur Vermählung des Prinzen der Niederlände F riedrich
W ilhelm Carl mit der Prinzessinn von Preussen L ouise A uguste
W ilhelmine Am e l ie , Königliche Hoheiten, zu Berlin den 21 Mai
1825. Dargereicht von G. H. van S enden, Prediger zu Middelbert
bei Groningen. Groningen 1825 8°. 8 Seiten (Vad. Lett. 1825,1,
blz. 351—352).
4. L astdrager I, blz. 331.