Eenig exemplaar verkocht in 1882. Gat. P. L. P osthumus n°. 1502.
Mm. 82. Brons aan?
+ 129. 1818.
B elo o n in g sp en n in g d er M aatsch ap p ij van
W e ld a d ig h e id . (Draagpenning).
Voorzijde: Eene vrouw (de Weldadigheid) gezeten bij een altaar,
droeg de teekening aan eenen Vriend, de inscriptien aan de beroemdste
Dichters op, en liet daamaar door de bekwarae hand van de beide Bemme’s,
(Vader en Zoon), gedenkpenningen vervaardigen, die den 19e eeuw niet tot
schände zullen strekken. Zij zijn te vinden onder (Gat.):
N°. 3801 (op 1820). Op de stichting der M. v. Weldadigheid in Nederland.
N°. 3864 (1823). Op het overlijden van Dr. E duard J e n n e r , uitvinder der
koepokinenting. (Zie Gu io th 1848, p. 450 n °. 255.)
N°. 3893 (1824). Op de 250e verjaring van het Beleg en Ontzet der stad Leiden.
N“. 3894 (1824). Als boven, tevens ter eere van den Burgemeester P. A.
VAN DER W e r e .
N°. 3895 (1824). Als boven op het 250jarig Jubelfeest van het Ontzet.
N°. 3896 (1824). Op het Vijftigjarig bestaan van den Amsterdamschen
(houten!) Stads-Schouwburg.
N". 3930 (1825). Op den Watersnood in Nederland, 4 en 5 Februarij 1825.
N°. 3931 (1825). Op dezelfde gebeurtenis, als hulde aan het Collegie Zeemans-
h o o p en aan de Noord- en Zuid' H ollandsohe Reddingmaatschappij.
N”. 3932 (1825). Op het 250jarig Jubelfeest der Oprigting van de Hooge-
school te Leiden.
N°. 3946 (1826). Op de Inwijding van de Herbouwde Luthersche Nieuwe
Kerk te Amsterdam en
N“. 3963 (1827). Op het overlijden van zijnen vriend van H oogstraten ,
met wien W esth o ff vele jaren, door gelijke zucht en liefde voor de penning-
1 künde nauw verbonden was.
Ook vermeld in het stukje „H endrik W esth o ef J un.“ in de Alg. Konst-en-
Letterbode 1848, II. blz. 220-233. Geb. 21 Febr. 1774 te Amsterdam.
Overleden aldaar, 9 Maart 1848.
(Tot onze spijt hebben wij, niettegenstaande alle aangewende moeite ,
dl deze penningen ter voldoende beschrijving niet in banden kunnen
krijgen.)