Keerzijde: Hetzelfde opschrift met Arabische karakters in het
Maleisch.
Brons. Gat. Bat. Gen. 1877, n°. 38. Gat. 1886 n°. 61. Zie
üagorders voor het Indische leger 1808—1832, blz. 32.
533.
Zilveren medaille, ingesteld bij Koninklijke besluiten van 7 Mei
1837; 23 Juli 1838 en 24 Juni 1841, toegekend aan degezag-
voerders van schepen in de groote vaart als erkenning van de
diensten, door hen aan de wetenschap der zeevaart bewezen,
door het overleggen van uitmuntende scheepsjournalen ten be-
hoeve van het Kon. Nederl. Metereologisch Instituut.
Toegekend b. v. in 1867 aan Jacob Ankringa.
In 1884 (Leeuwarder Courant, 5 Februari, blz. 2 col. 3) aan
G. J. Boon, T. M. Lucas en B. J. Weber, enz.
_f- 534. 1837—1839.
P rijs p e n n in g v an h e t
P ro v in c ia a l G e n o o tsc h a p van K ü n ste n en
W e te n sc h a p p e n in N o o rd -B rab an d
(opgericht in 1837).
Voorzijde: Noord-Brabant, voorgesteld als eene riiet lauwer- en
eikenloof bekransde jeugdige maagd , gezeten onder een boom,
leunende met hären linkerarm op het wapenschild van Noord-
Brabant (van sabel met een rechtsgewende klimmende gou-
den leeuw) rijkt een krans uit. Aan den horizon de opkomende
zon van het pas opgerichte Genootschap (1837—1839).
Rechts van haar een ploeg. Aan hare voeten een hoorn van over-
vloed. Achter haar een paar boeken, Spiegel, globe en koornveld.
In de afsnede: va n d e r h e l l e n f .(e c it ).