i IV
sibus. Aid. II, p. 50—51. Aid. bl. 147. Vierregelig bijschrift.
IX. Schilderij, voorstellende L. J. K o s t e r , zlttende in den Haarlem
merhout, opgetogen op het gezigt zijner ontdekking en starende
op het afdruksel eener letter op een stuk papier door
J. A. K ruseman J z. Geplaatst Junij 1824 in de raadzaal te Haarlem.
Zie Alg. K. en L. bode 1824, I, bl. 420.
218. 1823. 23 Juli.
Ee uwf e e s t va n he t Diakonie Co r v e r s h o f
te Ams te r d am.
Voorzijde: In het veld:
EEUWFEEST—VAN HET—DIAK.(onie) CORVERSHOF—
DEN 23 JULIJ—1823.
Keerzijde: In het veld:
BEWIJS—VAN GOEDKEURING—AAN—DE WEEZEN.
Gu io t h , Revue 1848, p. 106 n°. 108. Geheei gegraveerd. Zilv.
penning van 10 W. (Gr. 21) bij P. S midt van Gelder n°. 4276.
E sdré n°. 220 f 5.25. Volgens W esthoff n°. 3881 zeldzaam en
aan de Diaconie Weeskinderen uitgedeeld als bewijs van goed-
keuring voor de liederen, toen gezongen.
~i~ 219. 1823. 6 September.
Vijftigjarig b e s t a a n van het Ro t t e r d ams c h e
Te e k e n ge n oo ts ch ap „Hierdoor to t h o o g e r “.
Voorzijde: Pictura (de Teekenkunst) eene jonge vrouw, gezeten
aan den oever van de Maas. Zij houdt een schild vast, waarop
het cijfer L te zien is. Daaronder twee waterurnen, waaruit
Rotte en Maas stroomen. Daaronder een palet, penseelen en
eene half ontrolde teekening. Achter haar een kapiteel van
eene zuil, waartegen een liniaal of meetstok leunt. Daarvoor