13. M. S i e g e n b e e k (3 October 1831). Welkomstlied, 4 blz. 8°.
14. Gezangen, welke bij de plegtige verwelkoming van de
Leidsche Jagers in de St. Pieterskerk zullen gezongen worden.
Leiden, September 1831, 8 blz. 8°.
15. V. H erdingh Lzn., Welkomstgroet (met andere gedichten).
Leyden 1831.
16. H. T ollens Gz., Het lied der Leidsche Studenten bij hun
terugkeer uit het leger naar de Akademie (Amsterdam 1831, 8°).
17. J. H. H o e u f ft , Aan Leidens strijdbare Hoogeschool jeugd
bij naren roemvollen terugtocht, enz. (Uit het Latijn ‘) vertaald
door J. J. F. Wap. 8°.
18. W. B. V e d e r , Toast. De Leydsche Minerva. 1831.
19. A. van B emmelen, Leerrede, gehouden voor Nederlandsche
krijgslieden en bijzonder voor het korps vrijwillige Jagers der
Leidsche Hoogeschool. Breda 1831.
20. Mr. P. B osscha, Aan Nederlands dappere Jongelingschap
bij hunnen zegenvierenden terugtogt uit het leger naar de onder-
scheidene Hoogeschoolen. Deventer 1831.
21. L. G. G. L edeboer, Philetaeri ad juvenes Academicos pro
patriae salute arma capientes paraenoticus. Leidae 1831.
22. Verhaal van de lotgevallen der Compagnie Vrijwillige jagers
der Leidsche Hoogeschool, uitgetrokken den 13 Nov. 1830, weder-
gekeerd den 23 Sept. 1831, mitsgaders eenige gedichten van
leden dier Compagnie (Leidsche Studenten Alm. 1833).
23. J. Immerzeel, Hollands Leeuw ontwaakt, bl. 305—315.
(Alg. K. en Letterbode 1831, TI, bl. 225—227. Ned. Staatscour.
24 Sept. 1831).
24. S. Speyert van Eye, Regi et patriae, 16 Aug. 1831 (Alg.
K. en L. bode 1831, II, 243—246.)
25. P. H. M.(aron) , Ad Academiae Lugd. Batavae alumnos
e castris reduces (Aid. p. 246—247).
*) J. H. H o e u f f t , Ad Studiosos Leidenses ab expeditione in Belgium
reduces (Alg. Konst- en Letterbode 1831, II, p. 222).