XIX. Beknopt en volledig verslag van de plaats gehad heb-
bende plegtigheden, ter gelegenheid van de begrafenis der overblijfselen
van den Ridder J. G. J. van S p ey k , op den 4dea, en
van het doorschutten van Z. M. Korvet van Oorlog v a n Speyk door
de nieuwe oostelijke Doksluis op den 5dea Mei 1832. Amst. 1832.
XX. Beschrijving van het marmeren praalgraf ter nagedach-
tenis van J. C. J. van S peyk. Amst. 1832.
XXI. Extract uit eene ontworpene geschiedkundige beschrijving
van de plegtige teraardebestelling der stoffelijke overblijf-
selen van den heldhaftigen J. C. J. van S peyk.
XXII. Mr. S . P. L ipman , Gedenkstuk van den Heldendood van
J. C. J. van Speyk. Amst. 1832.
XXIII. G. L auts en A. B eeloo , Zelfopoffering van J. C. J. van
S pey k , plegtig gevierd door het Kon. lnstituut van Marine, 9
Maart 1831. Leeuw. 1831.
XXIV. Mr. C. A. den T e x , Redevoering bij de inwijding van
het gedenkteeken ter ■ eere van J. C. J. van S peyk opgerigt in
het Burgerweeshuis te Amsjierdam, 20 Oct. 1831. Plegtige over-
brenging van de overblijfselen. Zie Amst. Courant n°. 107 en
n°. 108 (5 en 7 Mei 1832). Alg. K. en L. bode 1831, II, biz.
289—290. Met het opschrift.
Plegtige begravenis van de stoffelijke overblijfselen van J. G. J.
v. S peyk (1 Mei 1832) te vinden in
1. G. V an der Vijv e r , Jaarboek der stad Amsterdam 1832, biz.
35—46 met de beschrijving van het monument in de Nieuwe
Kerk *). De datum wordt niet aangewezen door den compilator.
2. W . J. O livier , van S peyks dood en nagedachtenis gehuldigd
door Neerlands hoofdstad op den 4 en 5 Mei 1 8 3 2 .
3. 5 Mei 1832. M. W esterman, Ter gelegenheid van de eerste
*) Afbeeldingen van de Monumenten in de Nieuwe Kerk te Amsterdam en
in het Burger-Weeshuis aldaar geeft L a std r a g e r N. Gesch. I (Xitel vis a vis)
en I vis ii vis biz. 3 5 2 van de va n S pey k s Vuurtoren III, 2 biz. 4 1 . Zie ook
aldaar Bijlage n°. 16 biz. 2 9 — 3 2 .