Omschrift: HET COLLEGIE ZEEMANSHOOP TE AMSTERDAM.
Keerzijde; De Hoop, rüstende op een anker en met een vogeltje
op de uitgestrekte linkerhand, staande op het strand. In het
verschiet een driemaster.
Omschrift: OPGERIGT DEN 1 MEI 1822.
Tin. Groot 21.
205. 1822. / / ,
Op h e t overlijden van H. Ud ema n ,
R. G. P r i e s t e r , enz.
Voortdjde: Doodshoofd, geplaatst op twee kruiselings gelegde
Schenkels. Daaronder twee olijftakken.
In het veld (cursief):
ZIE IK GA VAN—STONDEN AAN, IN HET—
STOF SLAPEN, EN ZOOGIJ—MIJ, DAN ’S MORGENS VROEG—
KOMT ZOEKEN, ZAL IK NIET MEER—IN HET LEVEN WEZEN.
JOR VII V. 23.
Keerzijde :
TER—GEDAGTENIS VAN DEN—ZEER EERW.N
HEER—HERMANUS UDEMAN—R. C. PRIESTER, PASTOOR,EN—
OVERSTEN VAN HET REGGIJNHOF; EN—PROVISOR VAN HET
R. C. SEMINARIUM—TE WARMOND—OVER REDEN TE AMSTERDAM—
DEN 14 APRIL 1822 IN DEN—OUDERDOM VAN 57 JAREN.
R .(equiescat) I.(n) P. (ace).
Hij r u s t e in vrede.
Bom. Cat. 1881 n°. 411. Z. 25 w. Gr. 40 (Mm. P. Smidt van
Geldeb). Kab. P. H. van Gelder (Rijks Museum), v. d. C h y s ,
Tijdsch. II, biz. 861 f 4.50 (Coll. D irks). (Gegraveerd.)
206. 1822.
Ge g r a v e e r d e z il ver en d a n k b a a r h e i d s p e n n i n g ,
v e r e e r d aan J. G a r r e n h o f en echtgenoot.
Kon. P. K. Aanw. 1877, biz. 18. Gr. 35.