. G r. 32. G u io th , R ev u e 1 8 4 8 , p . 114 n°. 148. Z. 2 6 w.
E sd ré n°. 2 2 4 Z. f 5 .0 0 m et d e aa n tee k e n in g :
„Hiervan (van de zilveren) zijn siechts 114 geschroefd.“
-f- 292. 1827. 18 Juni.
Op h e t G o n c o rd a a t, g e slo te n tu ssc h e n
Z. H. P au s Leo X II en Z. M. K oning W illem I.
Voorzijde: Hunne borstbeelden, in plechtgewaad gehuld, tegenover
elkander geplaatst. Daarboven een vijfpuntige ster als zinnebeeid
(zegt Gdioth) der o n ste rfe lijk h e id .
Omschrift: LEO XII PÖNT.(ifex) MAX.(imus)
GUILIELM.(us) I BELG.(ii) REX.
P au s Leo XII. W illem I, ko n in g d er N ed erlan d en .
Onder de borstbeelden MDCCCXXVII en f . de hondt f .(ecit).
Keerzijde : Een driehoek (als zinnebeeid der Drieeenheid) waarin
de naam van JEHOVAH in Hebreeuwsche letters. Daaruit schie-
ten 18 stralenbundels *), Links een oranjeboom met vruchten
beladen en als een P gevormd *). Rechts de twee (en sautoir)
of kruiselings geplaatste St. Pieters sleutels 3). Deze drie voor-
werpen vormen het woord PAX (V rede) op aarde, enz.
Daaronder: BELG.(arum) PIETAS SAG.(ra) 4).
De H e ilig e v ro o m h e id van de B eig e n (w ijdt
d ezen p e n n in g aan h e t G o nco rd aat).
Rondom deze voorstelling een aartsbisschoppelijke (Mechelen)
en zeven bisschoppelijke mijters (Luik, Namen, Doornik, Gent,
*) Qui représentent la grâce divine se répandant sur chacune des 18 provinces
du royaume.
) Emblème du pouvoir tutélaire du royaume.
3) Emblème du pouvoir spirituel.
) Gu io th zegt: Médaille consacrée au concordat par la reconnaissance
Religieuse des Belges.