een half ontrold geschrift met het opschrift: „BELIJDENIS“.
Op den catheder leest men in het midden G en daaronder:
SPREUK:(en) XXIX. 18 ‘). Op den linker zijwand staat te
lezen: MATTH.(eus) XXVIII. 18—20J). Op den rechterzijwand
staat te lezen: JOH.(annes) III. 5 s).
Omschrift: EEN HEER, EEN GELOOVE,
EEN DOOP.
In de afsnede: v a n d e r k e l l e n f .(e c it ).
Keerzvide: In een mirtenkrans:
DE
HONDERDSTE
VERJARING
KWEVEAKNS CDHEO OL
DER
DOOPSGEZINDEN
OP HET DERDE
EEUWGETIJDE
VAN
MENNO’S UITGANG
GODSDIENSTIG
GEVIERD
VI DECEMBER
MDCGCXXXV.
Zie v a n H ee c k er en n°. 13, biz. 35—36. 51 /2 daim. Z. f 8.
Br. f 4, gr. 31. Alg. Konst- en Letterbode 1836, I, biz. 45,
gesneden door D. v a n d e r K ellen te Utrecht naar de schets of
') Als er geene profetie is, wordt het Volk ontbloot; maar welgelukzalig
is hij, die de wet bewaart.
*) En Jezus, bij hen körnende, sprak tot hen, zeggende: raij is gegeven alle
macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken,
dezelve doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen
Geestes; leerende hen onderhouden alles, wat ik u geboden heb. En ziet, ik
ben met ulieden al de dagen tot de voleindiging der wereld. Amen.
3) Jezus antwoordde: voorsvaar, voorwaar zeg ik u: zoo iemand niet geboren
wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet in-
gaan. (Staten-vert.)