2 Aug. 1815. Organisatie van het hooger onderwijs in de
noordelijke provincien.
Art. 204. Er zal tot belooning van uitstekende Verdiensten
zoo wel als tot onderstand van bekwame, doch met middelen
schaarsch bedeelde jongelingen jaarlijks eene bepaalde som besteed
worden.
Art. 205. Ter bereikyig van het eerste oogmerk zullen er jaarlijks
aan de hoogeschool te Leiden tien en aan die van Utrecht
en Groningen ieder zes gouden medailles, elk ter waarde van
f 50.—0—0 ‘) of de geldswaarde van dien uitgeloofd worden,
waartoe alleen de eigenlijk gezegde studenten aan onze hooge-
scholen en athenaea regt zullen hebben, doch altijd met dien
verstände, dat elk tot elk dezer medailles, waar ook uitgeloofd
zonder eenig onderscheid alle studenten, aan welke hoogeschool
of athenaeum zij ook hun verblijf houden, zullen kunnen mede-
dingen.
Art. 206. De uitdeeling der prijzen geschiedt jaarlijks in het
openbaar door den rector na het doen der redevoering, waarbij
hij zijne waardigheid aan zijnen opvolger overdraagt, enz. enz. Zie
art. 207JÜ213.
201. 1822. 30 Januari.
25 ja r ig e d i e n s t b e t r a c h t i n g .
Voorzijde :
TER GEDACHTENIS VAN DE 25 JARIGE DIENST
VAN ARRAHAM LERRING EN ZIJNE HUISVROUW "WIL-
LEMINA LOYMER AAN HET NIEUW ZIJDS HUISZITTEND
HUIS TE AMSTERDAM DEN 30 JANUARIJ 1822, VEREERD
DOOR DE REGENTEN DANIEL ARRMAN, Danz, DAVID
VAN HEYST, JACORUS LE JOLLE, JAN GEORGE TEN SANDE,
Mr . ANTHONY RACKER, Jh r . Mr . PIETER DE GIJSELAAR.
’) f 50;—0—0. Het was nog de tijd der stuivers en penningen, dien wij
nog volop genoten hebben, als geb. 19 Juni 1811.
Illl
ll