251. 1825. 8 Februari.
T w e e h o n d e r d en vi jftigjarig b e s t a a n
der Leidsche Hoogeschool.
Voorzijde: Het beeid van Minerva van Otricoli met een lans in de
linker- en een beeldje der Victorie op de uitgestrekte rechterhand.
Keerzijde: In een olijvenloofkrans:
A CA D .(em ia) L V G D .(vno) B A T .(ava) NATALEM
D V C EN T:(esimam) Q V IN Q V A G .(esimam) CELEBRANS
VIII F E B R .(v a r ii) MDCCCXXV.
De L e i d s c h e Hoog e s ch o ol op den 8 Febr. 1825
h ä r e n 250sten g e b o o r t e d a g vierende.
G u io t h , Revue 1848, p . 109 n °. 121.
Bij v. H eeckeren afgebeeld onder n°. 6 en blz. 18—19 be-
schreven. Gr. 3 duim of gr. 22. Z. 8 w. Prijs in zilver
in brons f 1.50. Dit penningje is niet eens in 1825 bij gelegen-
heid der feestviering (wier stemming vrij wat gedempt werd door
de pas plaats gehad hebbende overstrooming) maar in 1839 (?)
door van der K ellen gesnederi. Zie v. d. Gh ijs , Tijdschrift I,
blz. 359. Gat. ’sRijks raunt n°. 123. Men spreekt van twee Stempels,
een waarvan de A den lauwerkrans raakt, doch die zijn
niet door ons gezien.
LITTERATUUR.
1. Gratulatio ad cives Academiae Lugduno—Batavae, solemnia
secularia célébrantes Diebus VIII et IX Febr. GIDIOGGCXXY. Lugd.
Bat. 1 8 2 5 . 17 p.p. 8°. Vad. Lett. 1 8 2 5 , p. 1 8 0— 18 1.
2. P . H ofmanni P eerlkamp , Garmen recitatum in aede S. P e tr i
A. D. VIII Februarii, arino a condita Leidensi Academia 2 5 0
(met de Hollandsche vertaling door J. E. van Varelen). Haarlem
1 8 2 5 . 31 blz. 8°.