Omsclirift: EPETN ATE T A 2' P P A d'A E
A AH QE TON TEE E N A IlA rH .
O n d e rz o e k t de S c h rifte n (Joh. V vers 39).
De w a a rh e id b e tra c h te n d e in liefd e
(Brief van Paulus aan de Ephesiers, Hoofdstuk IV vers 15.)
V an H e e c k e r e n , n”. 11 biz. 33 herinnert er aan, dat E p is c o p iu s
de eerste hoogleeraar aan het Seminarium was en dat W e t s t e in
tijdens het honderdjarig bestaan het hoogleeraarsambt daarbij in
de wijsbegeerte, letterkunde en kerkelijke geschiedenis bekleedde.
Keerzijde. In een mirtenkrans:
SEMINARH
REMONSTRANTIVM
SAF.CVLARIA ALTERA
D.(ie) XXVIII OCT.(obris) CIDIDCCC XXXIV
AMSTELODAMI
CELEBRATA.
H et tw e e d e e e u w fe e st van h e t
S em in arium d e r R e m o n s tra n te n , g ev ie rd den
2 8 O c to b e r 1834 te A m sterd am .
Gr. 31. Z. f 8. Br. f 4')•
Deze penning is ook afgebeeld op den titel van het werk van Ab“,
d e s A m o r ie v a n d e r H o ev en , Het tweede Eeuwfeest van het Seminarium
der Remonstranten te Amsterdam op den 28 October
1834 plegtig gevierd. Leeuwarden bij G. T. N. S u r in g a r 1840.
291 biz. 8°. (Vad. Lett. 1841, I, biz. 292—297.)
De Feestrede van genoemden Hoogleeraar en de Cantate van
H . T o l len s Cz. zijn ook afzonderlijk uitgegeven met aanteeke-
ningen, 1834. 8°. (Alg. K. en L. bode 1834, II, biz. 316—317.)
■) v. D. Ch ts I, biz. 563—564. In 1834 te bekomen volgens v. d. Ghys I , biz.
362 bij de aldaar opgenoemden. Z. f 8. Br. f 4. De Stempels op ’s Rijks Munt
(Gat. n°, 147). Afgebeeld ook bij L astdrageh V, pi. I n°. 4 en beschreven
in de Aanteekeningen en Bijlagen biz. 77(4), die zegt:
„Het kleed op de tafel vertoont het zegel van Amsterdam , waar de Kweek-
school gevestigd is. De penning is groot 4'/j düim“.