269. A ls b o v e n .
Voorzijde: Links gewend bbrstbeeld van den H. Rumoldus.
Omschrift: A MARTYRIO ANNO ML.
1050 ja r e n s e d e rt zijn m a rte la a rsc h a p .
Keerzijde: De stad Mechelen, getooid met een muurkroon, voorge-
steld door eene zittende vrouw. In de rechterhand houdt zij een
olijftak; hare lirikerarm steunt op het wapenschild van Mechelen
Omschrift: SENATUS POPULUSQUE RUMOLDO CONSECRANT.
De ra a d en h e t volk van M echelen w ijden
(dezen penning) aan R um o ld us (in 1825).
Onder de vrouw: Ad.(olphe) J.(ouvenel).
G u io th 1. c. n °. 129. G r. 19. Z.
R enesse n°. 29769.
270.
Als 269, maar onder het borstbeeld van den H. R umoldus leest men:
AD.(o lph e) JOUVENEL J.(e u n e ).
Gu io t h , 1. c. n°. 130. de Coster n°. 858. Zilver.
Praeltreyn, Plegtigheden Vreugdefeesten en Vereeringen van
het duizend vijftig jaerig Jubilé der Martelie van den Heyligen
R umoldus, Apostel en Patroon der stad Mechelen 1825,waarbij
gevoegd is een kort begrip ván het Leven van dien H. Marte-
laar, eenen oogslag op Mechelen enz. Mechelen (1825) 4°. 65 bl.
(Vad. Lett. 1825, bl. 632—634). Met afbeeldsels van het bekke-
neel, de nieuwe zilveren reliquiekast, het vier Gebroeders Peerd,
de Reuse Familie, het Rad van Aventuur, de kernels (kinderprenten).
271. 1825. 22 September.
E e rste e e re p rijs voor de v o e tb o o g sc h u tte rij
St. G eorge te B reda.
Voorzijde. Omschrift :
QUAEVIS ARTEM ALIT TERRAM (lees: TERRA).
Ie d e r la n d k w eek t k u n st.