bovenste gedeelte van den aardbol gezeten, met vroolijk gelaat
en een spinrokken in de beide handen.
Omschrift: ELK JAAR VERMEERDERE U.(w) GELUK.
229.
Ee r e p e n n i n g .
Eenzijdig: Omschrift rondom een eikenloofkrans:
NOORD- EN ZUID-HOLLANDSCHE
REDDING-MAATSCHAPPIJ.
Binnen den krans: OPGERIGT
IN DEN JARE
1824 *).
Brons. Zilver. Goud. Gr. 29.
In mijne collectie in brons, op de keerzijde gegraveerd met
TELEMACHUS
* * * P. J. STADA
19 AUGUSTUS
1844.
230. 1824?
Van de Koninklijke M.aatschappij van
Ne d e r l a n d s c h e Taal- en L e t t e r k u n d e te Brugge.
Voorzijde: Minerva, onder een oranjeboom gezeten, steunende
met hären linkerarm op het wapenschild der Nederlanden en
met den linkerarm een’ians omklemmende. Met de uitgestrekte
rechterhand houdt zij een krans boven een drietal boeken,
geplaatst op een ronde zuil of altaar, waarop men leest:
TEN KATE
VONDEL
WAGENAAR.
Ter zijde van het altaar: d e h o n d t f .(e c it ).
*) In November blijkens de zilveren penning op het 25jarig bestaan met
NOVEMBER 1849.
f l
i §
i