Il
i l
10. J. M. Calisch, Uitboezeming bij het vernemen, enz. Amst.
1831.
II.
1. W , Bij het Lijkfeest van den Ridder J. C. J. van S peyk ,
den 4d<™ Mei 1832 (zonder naam van plaats of uitgever). 1832.
2. E. L. Glinderman , Gedicht op de plegtige begravenis van
de overblijfsels van onzen jongen held J. C. J. van S peyk. Amst.
Straatlied in plano.
3. V. H erdingh, Uitboezeming wegens het graf van v. S peyk.
1831.
4. C. P. E. R obidé van der Aa, Cantate, uitgevoerd ter gelegen-
heid van de verloting der voorwerpen van hout en ijzer, behoord
hebbende tot de kanonneerboot n°. 2 op den 25 Julij 1832. Leeuwar-
den 1832 8°.
Den 5—6 Februari 1832 werd in de Stads- en Fransehe schouw-
burgen te Amsterdam het feit herdaeht door a) Hulde en b) Van
S peyk aux champs élysées.
5. Bijdragen tot het eerste jaarfeest van den heldendood van
J. C. J. van S pe y k , gevierd te Kampen 6 Febr. Aid. 1 8 3 2 8°.
6. A. van der H oop J r . , Van S peyk. Eene winterfantazy. Dordrecht
1840 8°. Vad. Lett. 1841, bl. 65—68.
III.
1. Van Sp e y k , Nederlandsch Zeemanslied, door Mr. C. P. E.
R obidé van der Aa. Muzijk van .W. H. B roekhuizen. Amst. 1831
bij G. J.' A. B eyerinck bij gedrukten brief (herdrukt in de Vriend
des Vaderlands V, blz. 720—721) verspreid van uit den Huize
den Hemelschen berg bij Arnhem in Augustus 1831.
2. A. J. van der A a , Hulde aan Neerlands Eer en Glorie, den
onverschrokken zeeman J. G. J. van S peyk. Breda 1831. 8 bl.
(Vriend des Vad. V, blz. 514).
I. 21