van eerepenningen aan een lint, na de verandering van zaken
in het jaar 1813 zijn gemagtigd, voortaan zal vrijstaan deze
eerepenningen tot eene kleinere dimensie, die echter niet minder zal
mögen zyn, dan de grootte van een Nederlandsch vijfcentstuk
te dragen; doch dat het in.geen geval geoorloofd zal zijn, zieh met
voornoemde penningen op eene barrette te versieren; zijnde de
districts-commissie bij de bovengemelde aanschrijving, verzocht,
zorg te dragen, dat aan de stipte uitvoering van Z. M. wil in
deze, zoowel als van H. D. welbehagen om het lint nimmer
zonder penning te dragen, de hand worde gehouden. — enz.
(Afwijking gaf gevaar van intrekking.)
De Districts-Gommissie en uit derzelver naam.
D. G. de L e euw .
L. H. E lias S chovel.
Voorzijde: Twee gekruiste zwaarden.
Omschrift: ® VOOR VADERLAND EN ORANJE.
Keerzijde: In een krans van olijf- en eiktakken:
XVII | NOVEMBER | MDCCCXIII Gr. 20 Z. met een ringetje.
Daaronder: H. D(e) HEUS F(ecit) *).
4a. Dezelfde kleiner, Gr. 10 Z., zonder naam van den maker.
Guioth n°. 4.
-j- 4b. Dezelfde nog kleiner, Gr. 7 Z., P. Smidt van Gelder N°. 4216.
Guioth n°. 5.
Zie over dezen togt: K on ijnenbu rg t. a. p. blz. 144 en over den
bevelhebber van de Haagsche Schutterij, den Kolonel T u llin g h
v an O ld e n b a rn e v e ld s), aldaar blz. 153 en 571, en Mr . Jan
*) G. L. d e R ochemont en J. B is s c h o p , Ridderorden, b lz . 1 4 0 p l. 2 2 . Gb io t h
in de Revue de la Num. Beige, 184 8 p . 8 8 n°. 3.
a) B o ssc h a t. a. p. I blz. 158. De Kolonel T üli.in g h , trok met twee kom-
pagnien van de Oranje Garde naar Leiden (en vervolgens naar Woerden).
! I. 2