31 biz. 8°. bij de Even J. T hierry en G. Mensing en Z oon. Vad.
Lett. 1814, bl. 449.
Tweede aanspraak aan het herstelde Yolk van Nederland ;na
de Aanneming van de Grondwet en de Huldiging van den Souve-
reinen Vorst. Amst. 1814 8°., 8 bl. Vad. Lett. 1814, bl. 520.
Mr. R. Metelerkamp , De Regeeringsvorm der VereenigdeNeder-
landen, na de verheffing van Prins W illem F rederik van Oranje-
Nassau tot Souvereinen Vorst, 2 deelen met platen, ’s Hage 1814
pte ¿eel vill, 234 bl. Zie Vaderl. Letteroef. 1815,bl. 152 — 164.
24. 1814.
Op de v e r h e f f i n g als voren.
Voorzijde: Borstbeeld links gewend met groote ster op de borst.
Omschrift: WILLEM d e zesd e P :(rin s) v :(an) ORANJE
SOUVEREIN VORST d :(e r) N E D E R L :(anden).
Keerzijde: TOT HEIL | DES | VOLKS. Z. gr. 21.
Guioth n°. 13. Inhuldiging van den Souvereinen Vorst, in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam. Plaat bij K onijnenburg , biz. 323 ').
Wat er te Amsterdam voor vijftig jaar voorviel. Geschiedkun-
dige herinnering aan de gedenkwaardige dagen van 29—30 en
31 Maart 1814, door H . Z eeman , kostschoolhouder te Amsterdam.
Aldaar bij P. M. van der Ma d e , VIII, 36 biz.
‘) Ook bij Mr. R. Me t el e r k a m p , Deel I , biz. 222. Zie aid. I , biz. 195—225 en
bl. 100 de plaat „De Souvereine Vorst, gaande naardevergaderingderaan-
zienlijken“, en de facsimiles, biz. 195—196, biz. 229 en achter biz. 234 der
handteekeningen van allen, die deel hadden aan de zamenstelling van de
Grondwet.
J acob V o sm aer te Zutfen. Lierzang op de verheffing der Nederlanden tot
een Koningrijk kort na de landing van Bonaparte 11 biz.
Mr. J. J. E l s e v ie r (te Voorthuysen). De opdragt van de Oppermagt aan
den Prins van Oranje beschouwd, als het eenigste redmiddel van Neerlands
Onafhankelijkheid, bij de afschudding van het Fransche juk. Arnhem 1814
8°., 28 bl. Vad. Lett. 1814, bl. 677.