Keerzijde: De naam „JEHOYAH“ in stralenschietende wolken-
Twee engelen houden een lint vast, waarop men leest:
„Ziet de Dood is een Ingang ten Leven.“
Daaronder: Een man in een döodskleed, liggende op een sar-
cophaag, op welks voorzijde men leest:
GEBOREN TE LEIDEN—DEN XXX MAART—MDCCLXXIV. OVER-
LEDEN TE AMSTERDAM—DEN XXI JANUARIJ—MDCCCXXVII.
Op den kant een ster en ADRIANUS BEMME JANSZ. MOD.(ulavit) ')
ET FEC.(it) ANTHONL(üs) BEMME Azn. SCULP.(sit).
A d ria n a s B em m e h e e ft dezen p e n n in g
o n tw o rp e n en g e te e k e n d , A n to n iu s Bemme Azn.
h e e ft d ien g esn ed en .
A fgebeeld bij Ddrand 2) pi. II n°. 4 , b esch rev en biz. 2 1— 2 2 3).
4- 288. 1827.
N ieuw e weg in L u x em b u rg geopend.
Voorzijde: Links gewend hoofd van Zoning W illem I.
Onder den hals: g r u n sc .( tjLp s it ).
Omschrift: = IPSE VIA FACILI DISTANTES NOS VOCAT AD SE.
D oor d^n g em a k k e lijk e n w eg ro e p t hij ons
(van hem ) v e rw ijd e rd w o nen d e to t zieh.
*) W esth o ff e n van Cle e ff h e b b e n : A. B emme J r . M VT.(a v it)!! ET FECIT
A. B emme scd lpsit .
3) A n t . Du r a n d , geboren te Londen in 1 8 0 4 , ovefleed den 21 Maart 1874.
Zijne verzamelingen zijn in 187 5 gekocht door P adl H enckel te Berlijn, zie
Revue de la Numismatique Belge 1 8 7 5 , p. 5 0 5— 5 0 7 . Cf. Revue 1 8 7 2 , p. 151
over de gift van zijne Handschriften aan de Société royale de Numismatique.
3) Bij eene photographische afbeelding van dezen penning (Coll. J e r . de
V r ie s J e r z . (1 8 8 4 ) n°. 3 2 4 9 , thans Coll. D ir k s ) schreefdeze: „Photographie
naar de médaillé, oorspronkelijk op J a c o b H e e r e s A z. 168 3 door H . W e s t-
h o f f Jr. toegepast.“