Keerzijde. In het veld: Iter impervium
inter saxa aperuit
et vallibus interruptum
duobus ferreis pontibus
continuavit
munificentia regia
’ ANNO
MDCCCXXVII.
De k o n in k lijk e v rijg e v ig h e id h e e ft
een w eg, w a a r m en n ie t d o o r kon, tu ssch en
de ro t sen g eo p en d en dezen d o o r d a le n afge-
b ro k e n , d o o r tw ee ijzeren b ru g g en v e rle n g d
in h e t ja a r 1827.
Omschrift: WILHELMO I. GRATI LUCILIBURGI
A an W illem I, de d a n k b a re L u x em b u rg ers.
IJzer *) gr. 45. Gu io t h , Revue 1848 , p . 115 n°. 152.
*) Van ijzer (Eigenaardig blijkens het volgende):
12 Julij 1829. „De wegen hier (tusschen Marche en Bastogne in Luxem-
„ bürg) zijn inderdaad voortreffelijk. Zij zijn pas sedert twee jaren aangelegd,
„tot aan dien tÿd was hetgeen den naam van c h a u ssé droeg, niet veel
„meer dan los daarheen geworpen steenen, waardoor men bij het rijden
„schier geradbraakt werd, of ook wel diep met het rijtuig in den weg zonk.
„Nu heeft hij de gelijkheid van een kolfbaan. Het is eigenlijk geen ch au ssé ,
„maar een lev ée, bestaande uit fijn geklopte steenen, die men uit de
„naastbijzijnde bergen haalt. Als hij goed onderhouden wordt, verkrijgt hij
„eindelijk eene hardheid van ijzer, waarom men hem ook wel ch em in
„ fe rré noemt, enz.
„Wij reden een paar nieuwe ijzeren bruggen over snel vlietende stroomp-
„jes over“.
Vriend des Vaderl. 1831, V, blz. 685—686 uit Vlugtige aanteekeningen
op een reistogtje in den jare 1829 door het zuidelijk deel van het voormalig
koningrijk der Nederlanden en even buiten hetzelve (door Mevr. A. B. v. Mee r -
ten, geb. S ch ilpero o r t van Gouda).
In eene Reize van een Engelschman door België (Uittreksel in Vad. Lett.