20 Januarij 1841 n°. 79 ter voldoening aan de hem van Onzent-
wege gerigte aanschrijving van 20 December 11. n°. 25.
Hebben goedgevonden en verstaan:
Met wijziging in zooverre der Kon. Besluiten van 7 Mei 1817
n*. 79 en 22 Julij 1838, n°. 87 te bepalen, dat de médaillés
welke door ons zullen worden toegekend als blijk van erkente-
lijkheid en goedkeuring aan diegenen, die ons eenig boek- of
kunstwerk, dat de vrucht is van hunnen arbeid doen toekomen,
of die eene menschlievende daad ten uitvoer hebben gebragt,
welke kenmerken draagt van moed, beleid en zelfopoffering,
voortaan alle zullen wezen van dezelfde grootte, welke médaillés
op de voorzijde zullen voeren ons borstbeeld, volgens daartoe te
vervaardigm Stempels en aan de keerzijde inelk geval zullen worden
voorzien van een toepasselijk opschrift in de Latijnsche of
Nederduitsche talen. Onze Minister van Binnenlandsche zaken is
belast met enz.
(g et.) W illem.
De Min. van Binnenl. zaken
(get.) D e K ock.
E.
V. Dit laatste besluit van 24 Januarij 1841 n°. 22 is bij besluit
van 1 December 1841 n°. 11 (D ’E ngelbronner, 5de Serie, 1841
1850 Toevoegsel blz. 624) nog uitgebreid tot het verleenen van
bronzen médaillés, zullende die bronzen médaillés worden vervaar-
digd met den Stempel, die tot het slaan der zilveren zal worden
gebezigd.
VI. 22 September 1855.
Met wijziging in zoo verre van de Kon. besluiten van 24 Januarij
1841 n°. 22 en 1 December 1841 n°. 11 te hepalen,
1°. dat de ingevolge die besluiten ter belooning van mensch-
I
I
I
i n