_f_ 121. (1818).
R a a d sp e n n in g e n van B ru sse l. (Achtkantig).
a) Voorzijde: Het gekroonde wapenschild van Brussel.
Links onderaan daarin‘) leest men: BRAEMT F .(e c it).
Keerzijde: Tusschen twee eikenlooftakken:
S .(enatvs) P .(opvlvs) Q .(v e ) B .(r v xeleensis).
De ra a d en h e t volk van B ru ssel.
Afgebeeld bij van O rden. Bijdr. p i. XXI (35). biz. 106. G uioth
1848, p . 99 n°. 61 ') en 1853, p . 198 n°. 16. Z. gr. 30.
In 1823 bezigde men dezen raadspenning ook voor belooning
op de Stadschool te Brussel. Wij vestigen de aandacht op de
Nederduitsche woorden in het zoo Fransquillonachtig Brussel op
belooningspenningen gesneden2).
-j- V) Voorzijde als a. Onder het wapenschild echter: A. JOUVENEL.
Keerzijde als boven a), doch van andere gravure.
Gat. de C oster n°. 1049. Zilver.
122. 1817. 7 October.
O v erlijd en van P a s to o r L. S. G eeres.
Voorzijde : Grafobelisk, treurwilgen, enz. enz. Wimpel waarop :
HIJ LEEFT
BIJ GOD.
’) Bij Gd io t h , Revue 1848, p. 123 wordt onder n°. 188 nog een penning
vermeld.
Voorzijde: ST AD BRUSSEL.
Keerzijde: Glad).
‘ ) G u io th , Revue 1848, p. 447, n°. 235 zegt nog van dit n°. 235: „Semblable
au n°. 61, à l’exception que les mots: ST ADS SCHOOL TE BRUSSEL,
sont gravés en creux sur le tour.“
Rev. Dans le champ, gravé en creux :
1. PRIJS 3. KLASSE. AAN P. DE HOU 1823.