wapenschild der Nederlanden vasthoudende. Rechts van den
boom, de tegen den knoestigen stam leunende tafelen der
tien geboden en een bijenkorf.
Omschrift:
KONINKLYKE BESLUITEN VAN 8 MAART 1836 N°. 23
EN 29 APRIL 1836 N°. 84.
In de afsnede: s t e in in v .(e n it ). i . p . sg h o u b e r g f .(e g it ).
Keerzijde: Rondom een lauwerkrans:
TOEGEWEZEN DOOR DE HOOFD-COMMISSIE TOT
DE ZAKEN DER ISRAELITEN.
Gr. 330. 4 ‘/2 Ned. duim § |
I s ra e lie te n .
a) Kon. Besluit van 8 Maart 1836 n°. 23, houdende regle-
ment op het verleenen van ondersteuning aan jongelingen, die
verlangen tot godsdienst onderwijzer, oefenaar prediker, leeraar
of den rabbinalen staat te worden opgeleid.
Art. 8. Na volbragte studien zal voor meer gemeld collegie
examen worden afgelegd en zal op voordragt van hetzelve collegie
gegrond op hun daarbij over te ieggen verslag nöpens de
uitkomst van het examen door de hoofd-commissie aan degenen,
die zulks waardig geoordeeld zijn , een zilveren eerepenning worden
uitgereikt ten bewijze, dat zij buitengewoon hebben voldaan.
b) 1836.
Kon. Besluit van 29 April 1836 n°. 84. Reglement voor het
Nederlandsch Israelitisch Seminarium te Amsterdam.
Art. ' 8. Er zullen jaarlijks door regenten ter aanmoediging
') v. D. Chys I, biz. 888—889. Alg. Konsl- en Letterbode 1827, II, 322.
Zoo werd in 1831 (Alg. K. en L. bode 3 Junij 1831 n°. 22, biz. 337) uit
negen stuks ingezonden leerredenen slecbts een, die van H. Hiimans te Eindhoven,
bekroond met de zilveren medaille.