bekend zijn, niettegenstaande J u s t e , p. 137, zegt: „Guillaume
s’empressa de la transmettre. “ Groot was aldaar de vreugde in die
stad, nu hoofdstad van het nieuwe koninkrijk. Den 15Maart 1815
maakte de Secretaris van Staat, baron N agel, aan de vertegenwoor-
digers der gealliëerde vier mogendheden bekend, dat de Souvereine
vorst zieh van stonde af aan of onmiddellijk tot Koning der Neder-
landen verklaarde, ofschoon hij nog niet het Weener besluit, of
liever de ade daarvan in zijn bezit had. Den 16 Maart begaf W il lem
I zieh ter vergadering der Staten-Generaal ter kennisgeving
van zijn besluit, den 17 Maart deden de vorst en prinses hunnen
intogt in Amsterdam en werd het besluit te Brussel afgekondigd,
alwaar zij den 30 Maart hunnen plechtigen intocht hielden. Dat
de penning met de dagteekening van 16 Màart betrekking heeft
tot de merkwaardige gebeurtenis van dien dag en dat men dien
dag als den eersten van de verheffing beschouwde, blijkt ook nog
uit W. B ilderdijk’s Feestzang voor den 16 Maart 1815. Amsterdam,
1815, 8°.
Voorts gaf deze nog uit : W illem F rederik , Koning der Neder-
landen, z. p. (1815) 8°. en zijne echtgenoote, Vrouwe K. W.
B ilderdijk , gaf een Feestzang bij ’s Konings verheffing ten troon
der Nederlanden (2e druk, Amsterdam 1833 8".). Ook van H.
T ollens Gzn. verscheen een Lierzang: Bij de verheffing van Z. K. H.
W illem F red er ik , Prins van Oranje-Nassau op den troon der
Nederlanden. ’s-Gravenhage, 1815, 8°. 13 blz. Van W. P. T urnbull
de Micker een Volkslied der Hollanderen (sic) ter gelegenheid
der verheffing. 3e druk, Amsterdam, 1815.
Over den invloed der Vereeniging is te raadplegen: Opinion
du comte Gijsb er t K arel van H ogendorp émise le 11 Avril 1816
en suite de la réunion de la Hollande et de la Belgique. Traduite
du Hollandais. Amsterdam, ' D iederichs frères 1831 (1816) X,
253 p.p. 8". Het voorbericht is ook van 17 April 1816.
G. K. van H ogendorp. Advys (1816) ingevolge de verëeniging
der Noordelijke en Zuidelijke Provinciên (’s Gravenhage, 1831).