Lector enz. Aid. bij J. de L ange 1831, 81 bl. gr. 8°. (Vriend
des Vaderl. V, 1831, bl. 717) bevat Opdragt. Inleiding (ontstaan
en bloei van het Athenaeum) bl. 1—17. Toebereidselen bl. 18—25.
Feestviering bl. 25—56. Beschrijving der verdere vermakelijk-
heden en gevolgen, biz. 57—76. Vers van P. J. B audet in de
Fransche taal, biz. 77—81.,
In den Alg. Konst- en Letterbode van 1825, 1, bl. 196—198
is een gedicht van J. B osscha (1825): Ad lectissimos juvenes
Athenaei Daventriensis alumnos laudabili admodum exemplo pecu-
niam, ad festos dies adservatum et privatis auctam donis, con-
cedentes ad levandam miserorum civium sortem en in de Jaarg.
1830, I, bl. 131 — 133 de beschrijving van het feest.
Jaarboeken der Koninklijke Academie van Wetenschappen 1883,
biz. 3.
4 - 327. 1825—1830.
D raag- en b e lo o n in g sp e n n in g e n
v o or h e t d e e ln em e n aa n den o o rlo g op Ja v a
(achtkant met oog en ring).
Voorzijde : Hoofd met omschrift: WILLEM I. KONING—DER
NEDERLANDEN., links gewend.
In den hals: V(an) D(ee) K(ellen).
Keerzijde'- Tusschen een palm- en eikenloofkrans :
OORLOG
OP '
, JAVA.
1825—1830.
Afgebeeld bij v. H eeg k eren t. a. p. n°. 7. Beschreven aldaar
blz. 19—20 (Prijs toen één gülden) alleen in brons verkrijgbaar.
Cat. B e s ie r, blz. XI n°. 127. 3 cM. 1 poinçoin en 2.2 : Stempels
van Voor- en Keerzijde aanwezig, gesneden door D. v'. d. K e lle n Jr.
G d io th , Revue 1848, p. 121 n \ 17^! Köper. / f~