Daaronder: H. DE—HEUS F .(ecit).
Keerzijde: In een eikenloofkrans: HULDE—VAN DE—HOOFDCOMMISSIE—
TE AMSTERDAM—AAN (bij mij) W. D ecker.
(W aren V rijw illig e ja g e rs te paard).
In Juni 1833 vergunde Koning Willem I om dezen penning
aan een oranjelint te dragen. v. d . G h ts I , blz. 2 5 7 .
Z. Groot 26. Esdre, n". 206 f 12. Doorboord.
G u io t h , n °. 2 6 . Me t e r , p l. 10 a a n J. F. de B ruijn— P rince.
53“. 1815.
B e lo o n in g sp e n n in g aan de kom p ag n ie
U tre c h ts c h e V ry w illig e ja g e rs te p a a rd , n°. 5.
Voorzijde: Wapen van Utrecht, liggende op een gekroònd, getakkeld
schild, door een parelcirkel omgeven.
Omschrift: KOMPAGNIE VRIJ WILLIGE JAGERS TE PAARD, N°. 5.
Keerzijde: In een krans van eikenloof: VELDTOGT—1815.
Zilver en Brons. Gr. 25. Me y e r , pl. 14. Deze is het eerst ge-
maakt en ten behoeve.van 53c is de Stempel van het omschrift
veranderd.
53b. Kleiner. Z. groot 11. Het wapen gekroond en los.
Omschrift: KOMPG. VRYWL. JAGERS TE PAARD, N°. 5.
53°. K om pagn ie V rijw illig e Ja g e rs te v o et
d e r U tre c h ts c h e S tu den ten .
Voorzijde: Wapen als a , doch als omschrift:
* KOMPE VRIJWILLIGE JAGERS DER UTRECHTSCHE
STUDENTEN.
Keerzijde: In een eikenloof krans als bij a en b: VELDTOGT 1815.
Het Utrechtsche wapen is het. werk van J. P. Menger, de let-
ters zijn gesneden door v. d . K ellen ‘).
’) Mededeelingen van den heer Mr. L. W. A. B e s ie r , Raad Adviseur bij
’s Rijks Munt te Utrecht, gelijk ook andere, waarmede ZEd. ons beschonk.
I
1