487
4. N ic o la a s B e e t s , Leven en karakter van J o h a n n es H en r icu s
v a n d e r P alm geschetst. Leyden 1842, met fraai portret naar
G. H. H od ges door J . P . L ange en handt. (XIV, 184 b lz . 8°.)
(Gids 1842,' b lz . 269—282. Vad. Lett. 1842, 1, blz. 260 en 320.)
5. 3 October 1840. B. t .(e r ) H . ( a a r ) , Dichtregelen bij den dood
van den Hoogleeraar J . H . v a n d e r P alm na de bijwoning zijner
plechtige uitvaart den 12 September 1840. Leiden, 10 blz. 8°.
6. G. v an E p e n , Bloemen op het graf van J. H. v a n d e r P a lm .
Maastricht 8°. Zie verder B e e t s , blz. 183 en v. .d . A a , blz. 67—68.
Bijvoegselen tot de Lijst van v. d . P alm’s Geschriften geeft N. B e e t s
in- zijne Verscheidenheden III (1867) blz. 205—207. Brief van
F. W. G o n rad en twee brieven van W. B il d e r d ijk aanv. d . P alm
vindt men aldaar blz. 207-210: „v. d . P a lm’s welsprekendheid
„was geent op den afgehouwèn tronk zijner poézie.“ N. B e e t s 1840.
1. In effìgiem J. H. P a l m ii, P. M. M a r r o n . (Alg. Konst- en
Letterbode 1827, I, blz. 269.)
2. Jo anni H enrico van d e r P alm , belgium, dominatu Bona-
partio liberatimi celebranti (Lutet. P a ris. Ipsis Nonis Sept. 1817).
P . M. M a rro n . Alg. K. en L. bode 1 8 1 7 , p. 2 10 211.
4 " 571. 1840.
P rijsp e n n in g van h e t G enees- en H ee lk u n d ig
G e n o o tsc h a p te A m sterd am .
Voorzijde: Aesculaap,. gezeten ; naast hem zijn met een slang
omkronkelden staf of knods. Met de rechterhand legt hij een
lauwerkrans op een geschrift, geplaatst op een omkranst altaar.
OmSsOchCnIEftT •AS MED.(ica) CHIRURG.(ica) AMSTELAEDAMENSIS.
Am sterdam sch Genees- en Heelkundig Genootschap.
In de afsnede: l . r o y e r in v .(e n it ). m. c . d e v r ie s s c .(u l p s it ).
Keerzijde: Een mirtenloofkrans.
Omschrift: INITA MDGGXG. EXTENSA MDCCCXL.
O p g e ric h t in 1790. U itg e b re id in 1840.