't s sv s Am b o i k e n s i s r o u o i a i i s s jm o
C A P. XXXIX
NARCISSUS AMBOINENSIS FOLIO
LATISSIMO ROTONDO , FLO-
RIBUS NIVEIS INODORIS.
M ALLIUM V E L COEPA SYLVESTRIS
AMBOINENSIS FOLIO
ROTUNDO Rumphiil
F arcisse v a n <amboine 3 ie t
SEER BREDE EN RONDE BLADEREN,
EN SNEEU-WIT-
TE R EU K - LOO S E
B LO E M E N
NE c Alliaceis, nec Coepaceis plantis -
accenfcnda haecce eft ; Bulbus enim
oblongo-rotundus , albicans , Narciffinis
bulbis undique fimilis eft, fibris crafliori-
bus ditatus, omnifque odoris expers.
Folia emittit quaterna, aut quina, pe-
diculis longioribns, craffifque innitentia,
magna, lata, fubrotunda , & in apicem
quendam terminantia , utraque parte di-
lutè viridia, & ferèiniìpida, diverfisner-
vis per longitudinem illorum diicurrenti-
bus diftin&a, qui nervi in prominulum &
diäusn apicem omnes coèunt.
Inter folia caulem feiquipedalem & al-
tiorem emittit, rotundum, 1 severn, cujus
faftigium ornant flores inodori decem ,
duodecim, & plures nivei, è membranaceo
involucro erumpentes, pediculis Ion*
gioribus & glabris fulti , quorum finguli
fenis conftant petalis oblongis, inmucro-
nem exeuntibus : medium horum occupai
calix, fex crenis incifus, è quo ftylus ni-
veus producitur , quem fex ftamina cin-
gunt concoloria, quorum apices lutei.
Hifce fuccedunt capfulse feminales trian-
gulx.
Flores Menfe Junio protulit.
Dlt gevias behoord geenßnts tot dat
van Look, nog Ajuyn, want de bol is
langvierpig rond, witagtig , fender reuk,
verfien met dikke vefelen, en inalledeelen
die van de Narciffe gelijk.
Hier uyt komen 4. 5. bladeren voort,
ftaande op lange en dikke ßeelen; defe bladeren
fijn groot, wederzijds bly-groen van
verwe en by na finakeloos: waar door been
na de lengte verßheyde zenuen loopen , die
aan V einde van bet blad, in de gejeyde
punte, by den anderen komen.
De bloem-fteel, tujjchen de bladeren
voort-kmende , is anderbalve voet lang,
00k viel langer , defe is ronden glad, viiens
uyterfie toppe vergierd word van 10. 12.
en meerfheeu-witte, reuk-loofi bloemen, de-
vielke uyt een vftefig bekleetfel voortko-
tuende, op lange gladde fleeltjens ftaan.
Yder defir bloemen beftaan uit 6 lang-
vierpige en fpits-toelopende hloem-bladeren,
hebbende in V midden een fis puntige keik,
uyt wiens midden een fneeu-viitte bloem-flyl
te votrrfbyn körnt,rontom befet met 6 bloem-
draden, van gelijke couleur, verßen van
geele topjens.
Na defe komen de zaad-huyskens te voor-
febyn, dewelke drie.boekig zijn.
De bloemen zijn ons in Junio verfihe-
nen.
PP Multo