Vrns InsA^THiopicA Mvbti , 1XOHE AXRO-PVSPVBEO
(» 0
C A P . LXIV.
V I T I S I D ^ EA i E T H IO P I C A
M Y R T I T A R E X T I N jE FO-
L IO , F L O R E A T RO -
P U R P U R E O .
HAc planta fruteftente hos donavit
Nobiliffimus D. Simon vanderStel,
Promontorii Bonx Spei Gubernator meri-
tiffimus.
Infignis eft frutex qui radice nititur lignosa,
multis fibris capillata.
Caudex lignofus in ferquipedalem &
altiorem proceritatem excrefcens , cortice
fufco, ad terram grifeo , veftitus, in
plures- tenues, inconditos diípeícitur ramos
, & hi in alios minores ramulos, qui-
bus adnafcuntur folíola, nulla ferie dige-
fta, breviffimis pedicc'llis infidentia, Myr-
tilli aut Myrti Tarentinz semula, extremo
mucronata , per ambitum leniter ier-
rata, faturé viridia, adversa parte fplen-
dentia, aversä nequáquam, fapore fuba-
maro-, non fine aliqua adßriitione.
Flofculi minutilfimi , faturè purpura-
fcentes, tetrapetali, & à pedicellis tenui-
bus pendentes.
Florentem invenimus in Horto Nofiro
Anno M DC X C I , nullis fuccedentibùs '
frufiibus, qui, uti mihi relatum , baccx
funt.
Non admodum tenera eft pianta , vul-
garemque expofcit culturam , attamen
aèris injuriis haud ita opportuna , quin
debeat in hybernaculo reponi tempore
hyemali.
Non dubitem, quin eadem fit pianta,
quara D. Breynius Cent. i . illuftravit,
M O R E L A N DSC HE KJ IAAK-
B E S I E N , M E T BLADEREN
VAN MYRTUS TARENTINA,
EN SWART-PURPURVER-
WIGE BLOEMEN.
DE fi heefteragtige plante heeft ons
vereert den Wel-Ed. Heer Simon van
der St(l} Gouverneur van de Caap de Goe-
de Hoop.
Het is een uytßekende en aangenaame
heefler, dewelke een houtaghtige viertel
heeft, verfien vanveele vefelingen.
De flamme is rnede houtagtig, engroeit
anderhahie voethoog, ook viel hooger, de-
felve is mvangen van een bruync Jchorffe,
devielke ontrend de grond grause van cou-
leur is, verdersvierd defeflamme in veele
dünne,onardentlijkftaande takken verdeeld,
en defe viederom in kleendere takjens, wäar
aan de bladeren fonder ordre gevoegt,en met
kme voetjens vaft gehegt zijn, dewelke die
van deKraak-befien o f die van de MyrtusTa-
rentina gelijken, donker-groen van verwe,
viaar van de bovenfte zijde alleen is blinkende
; ook fijn defelve aan de kanten een
vieynig gefchaart, en aan haar uyterfte
met puntjens verfien, viat bitteragtig van
finaak, met eenige tfamentrekkinge.
De bloemkens fijn feer kleen, hoogpur-
pur-verwig , vierbladerig , nederviaarts
hangende, aan dünne voetjens.
Dit heefler agtig ge was hebben wyinon-
fen Hof bloeiendgevonden in V Ja a r 1 69 r.
fonder datier eenige vrugtjens na quamen
teyolgen, devielke ,feo my gefegt is, befi'en
zijn.
Hoeviel het fio heel teder niet en is,
en maqr een gemeene oejfeninge van noo-
den heeft, fio moet het evenviel des winters
in een winterhuys o f Orangerie ge-
plaaft werden.
Ik en twijfele ook niet o f t is defelve
plante, dewelke de Heer Jacob Breyne in
O o o idque