C h a m & c r i s t a . P a v o n i s M a i o r .
C A P . XXVIÎ.
C H A M Æ C R I S T A LEEGE PAUtTE KAM>
PAVONIS MAJOR. METGRÖÖTE BLOEMEN. '
RAdicibüs præditâ eft tertuibus-, albi- T ^ \ É worteieiï vàn dit gewaszljn dmn
cantibus g quæ in plures fibras funt J L J Mächtig, en in veele (afelmgen gg§
divulfe, è quibus caulis exfurgit, imà par- fiheyden , u ji dewelke eentwe voetige,
te ramofus, teres S bipedalis & brcvior, àok wel korter ftenge voovtkomt, dewelke
pii» breviffimis pubefccnsj medullofus.8gfg » ™cï hayrtjens befiet, mergtg , en
“ ' Wân anderen getakt is.
Rartû per intefftiriâ uncialia & breVio- De takkén zijn met eenpmig, en geen-
ra fröndibus feu foliortim alis ornan- finis gecontponecrt loof-, o f vedereng een
tur* alternatim pofitis ; foliortim âlæ ex duym breet , (ok "Sel Wat digter by een
undecim aut duodecim foliolorum pari- ftaande, verçiert ; De vèderen o f vf eu~.
bus comporiuntur , quæ Mimofx fpinofæ geh der bladeren werden uyt elj of
fecund* Breynii fubæmula, pedicellis vix twaalf paar kleene blàderkens te (ameii
âc ne vix quidcm conlpicuis prædica , ftint- gefleld, dewelke die van | tWedegedöornt
que marsine xquali. Lcvend-kruyd van dl Heer Breyne eenig*
^ fints gelijkên s étt effen van kanten zünde,
hebben fy jfio kleeneftecltjens datmenfe nan-
lijks zien kam
Ëx alisj ut & intervallis foliotiim, flo- De bloémen kùmett eenfaam * ùytdoxeres
emeraunt iingulares, pedicellis tenui- lens als mede tuffebendefelvetevoorfihyn,
bus femuncialibus fulti , quibus adnafei- (lernende op dünne j en eèn dûym langé
tur foliolum, forma à reliquis valdè di- voeijem ; verfien van een final-, gepunt
verium, mutronatum, angiiftum. blaàtjen, \t Welk a)an dl andere bladerkens
feer veel is verfcbillende.
Flores funt coloris hitei , pentàpetali, De bloemenfipi vyf4ladem I en geet
quibus emarcidis fucCedunt filiqu* oblon- van couleur , waar na langachtige > gegæ
, mùcronatæ, numéro floribus pares, punte \ plätte pctdtjenS’,wijfezaad-kuyskeni
Comprefiæ ; in duibusfemina rotiinda j euf- kamen te volgen > in getale met de voorpidata,
Iplendcntia, fubnigricantia. afgaande bloemen overeenkämende fti
defe fitten ronde -, geßmte , blinkende ,
ßvartachtige zaden-,
Annua eft planta, quæfingulisannis fe* Het is een eenjariggeivas, H welk allé
mine fenovatida. jaar uyt zaad vemteuwt moet werden•
Ö B S E R V A T I O N E S . _ A A N T E K E N IN G E N
Plöres fpeciöfi, ftatnlnibus ditanturdccemcraffis, ex De bloemen van ete/c flan te fm Çchnm ; en üerrijk met
parte arcuatis hæc ad medium ferè ufque Herbacei funt nin dikkf, ende un deele omgebege blnm-dradeh , dewilks
Coloris ubi vero incurvantur , colorem luteum in- bi na m het mtdden tot groen van couleur z jjn , en dater f i
duunt. ’ ' ' dem beginnen am te bnygen , eieemiH fj een geele vettoc
aah.
Inter ftaminaStylus emicat falci-Formis j pilis brevif- . Tufchea de bloem-dradeh doet fig etn z.etfcns-wy[c bloemfîmisobfitus,
qui, flore defluxö , hirfutîerii deponit, f ip 0p , met feer kleene en körte hajrtjens befit 9 dewe/-
& in filiquam dégénérât depreßam i unicapfularem j bi- ke na het afvallen , of vergaan des blotms, ßjne HyjVjr