( 4 5 )
C A f l tX ì l ì ,
N E R IUM L A T I-FÖ L IUM INDICÜM
FLORE V A R I E G A T O ,
O D O R A T O , P L ENO.
TSIOVANNA-ARELI
Hart. Mal.
TOn iolum frequens eil per totum
Jl\) Malabaricum Regnum, verùm etiam
in Infida Zeylon, unde ad nos transmißt
Nobiliffimus D. Laurentius Pijl, Urbis Co»
lumbo Gubernator digniflimus j nomine
Fula Meftiae infignitum-
Hane arborem in Viridario noftro luxu-
iiantem concisè ac paucis deferibere fert
animus, quandoquidem fat diffusè in Hor-
ti Mal. parte nona, eàm deicripfit Illuftriß
fimus&NobiliflimusHenricus van Rhede,
Dominus ih Dräkefteyn &c. &c.
Hominis affumit proceritatem hujus ar-
oufcuias caudex , fubftàntià non admodum
duràj cortice grifeo obduciä , ramiautem
juniores, vireìcenté colore nitentes, hu-
niore aqùeo turgerit.
Foliis gaudet non deciduis j Ipithamam
löngis, unciam circiter latis, rigidis, craß
fis, tiiucronatis, faturatè viridibus , pe-
diculis brevibus fultis, bicompofitis, con-
trariis interiepetiolisnafeentibus, inodo-
ris, faporisq'ue amaricantis;
, Caules faftigiantur in flores, poìypeta-
los, amoenos, odoratos, calices quinque-
partitos occupantes, pediculis longioribus
innitentes, Rofac incarnata inftar, pulcher-
timè rubentes , ftriifque niveis variegati j
ftaminibus &ftylo medium occupantibus.
Luxuriavit & floruit qnotanuis Auguftd
Menie, nullo infequente fructu.
Reperitut qiioque alia hujus arbufeuli
»pecies, qua; Horti noftri non minus alumna
INDIAANSCI 1E , BREET-BLADE-
RIGE OLEANDER met DUBBED-,
D E , RIEK EN D E, en BONT E
B LOEMEN . ,
DIt gewas en is nietatteen veelvöudig
te vinden door het geheele ¿Malabo-
nfiheRijk, maar ook op'tEyland Zeylon,
van waar ons 't filv e Overgefluert is door
den Ed. Heer Laurentius P ijl, Gouverneur
op Columba , ander de näme van Fula
Meitica.
;. Mijn voornemen isdefe Boom, in onfeti
Hof weelderig groeiende', in'tkörtete.be-
fihryven, nademaal den Wel-Ed. Heer
Henric ¿an Rheede Hee're tot Drakeftein,
dyc. ¿ec. defelvewijtlopig beßhreven heeft,
in 'i negende deel van fijnen Hortlis Mala-
baricus.
De flamme mans hoogte waffende , is
fagtboutig, en omvangen van een grawwe
fchörjfe; de jönge fcheuten daarentegenfijn
blinkend, en groen van couleur, vervult
inet een waterige vogtigheyt.
. De bladeren, des winters nie't afvallen-
de, fijn eenJpannelang, ontrendeenduim
breet, ft ijf, dik, voor fp its , donker-groen
van verwe, defelveftaan op körte voetjens,
twe aantwe tegens malkanderen OVer, en
fijn reukloos, ook bitter 'agtig Vanfmaak.
De bloemen komen uyt bet uyterfle der
takken voort, op lange voetjens, en dat uit
een bloem-kelk, dewelke invyven isgejpou-
wen, defelvefijn veelbladerig (Polypetali)
feerfeboon, als een incarnate Rooje , met
witteßreepen doormengt; van binnen verfielt
van bloem-draden , eneen bloem-fttjl,
enfijn ook feer lieflijk van reuk.
Defe Boom heeft alle fa a r in cAugufto
vjelgeblöeit, maar nayt vrugten voortge-
bragt.
. Daar werd nog een medefoorte van de-
fenBoom gevonden in onfen Hof , dewelke
Y e f t *