Y i t t c x t b i t o h a I n d i c a , b o t y n d i t o d i a .
C A P.
V IT EX TRIFOLIA MINOR INDICA
R O T U N D I - F O L I A.
Breyn.Trod. 2.
C A R A-N OSI Hort. Mal. part. 2.
NEGUNDA FOEMINA. Acofiai.
EOdem pariter tempore h«c mihi quoque
ex Africa transmiifa » cujus varia
extant fpecies, riempe foliis glabris *
pilofis, ferratis, margine «quali , angu-
ftis, ut & Iatis.
Ifthax radice nititürlignosa, fibrisplu-
rimis praditä: Caudex nunc tripedalis (in
Horto Medico) ramosprotrudit, nonad-
modùm obfequiofos fed fragiles , foliis
tricompofitis amictos , ad exortum angü-
ftis, fubrotundis glabris , parte adversà
atro& fplendente virare praditis) aversi
auteffl dilutè virefcentibus, neque omni
iplendorc privis , pediculis communibus
uncialibus & longioribus innitentibus, fa-
pore adftririgente.
Flores nunqUam vidi, nequeetiamfru-
flus.
Frigus, & aeris injurias modicè ferens,
hyeme confervatur in hybernaculo vulga-
ri.
O B S E R V A T IO N E S .
Non magis Negundx-fcetninx denominado huid
competir, quámNegundx maris plantas praecedenti.
Neutram Negundam efícconíiitit, podquatn ramutn
floiculisonuftum benigné nobisconeeffit Nobiliflimus,
atque Ampliflimus D. Huydekoper, Eques, Toparcha
inMaarfevecn, Neerdijk &c. Confuí & SenatorUrbis
Atnftelodameníis, ac Diredtor Societatis India Orienta-
lis &c.
Rhois, féu Suraach fpcciem elfe, flolculi , fruauf-
que, íatis fuperque arguunt; flofculi enim funt pen-
tapetali, pulilli, ex herbáceo lutei . aut pallcfcentes,
ftamimbus quiñis brdviffimis, minutiffimis, nudifqué
XCIII.
R L E E N E INDIAANSCHE D RlE-
BLADERIGE R U Y S BOOM,
MET RONDE BLADEREN.
f \ P die ß tve tijdis ons 00k defe plante
uit Africa toegeßnden , waar van
datter verfcheyde foorten zijn, namentlijk
met gladde , 00k met hayrige bladeren ;
fimmige de/er ßjn gefehaart, andere in te-
gendeel ejfen en ongefchaari, dl eene heeft
breede, d'anderefmalle bladeren.
Defe heeft een houtagtige en zazelrijke
Worte/, tegenwoordig in de Jidedicijn-tuyn
van Amflerdam drie voeten hoogopgefiho-
ten zijnde, wiens broofe takken befet zijn
met drie byeen gevoegde bladeren , [mal
zijnde aan haar begin, en rondagtig van
maakjel, glad, van boven donker-groen ,
en blinkende, van onderen ligi groeti, met
eenige blinkentheid, ffamentrekkend van
finaak, ftaande op gemeene voetjens, die
een vinger lang zijn.
Noyt hebbe ik de lloemen, nog 00k des
felfs vrugten gefien.
Dit gewas kan viel des winters in een
gemeen Winterhuys of Oranjerie bewaart
Werden, aangefien het de koude tatnelijk
verdragen kan.
'<A A N T E IL E N IN G EN.
b i htnammgi van iSQgnnia Wtfiih , in is nitt minder
oneygen aan ditgtwas i als Negunda Mannekenaan de voor-
gaande.
Dai fy geeh van beyde öhder geflagt van Negunda be-
hooren t is gebleekcn * Ha dat ons een tal^ , geladen \
met bloeme/t, ter bdnd gefteld is , door den Wel-Edelen
Heer Huydekoper, Ridder, Heer van Maarfeveen, 2\(eer~
dijk* &c. Burgcrmeefter en Raad der Stad Amflerdam
Beu/inthebber van de Ooß-Indifche Comp, drc,
De bloemeH en vrugten geven ons meer 4ls genoeg te ken*
nen, dat beyde defe gewaflen onder de Sutnach) behooreti
: want de bloemkens fljn kleeH , vijfbladerig , gecl-
groen van verwe, verflen van v i jf feer körte en kletncbloem-
T 1 1 . 1 ocu